In 2003 minder beweging op de arbeidsmarkt
In 2003 vonden ruim 900 duizend mensen een nieuwe baan. Dit zijn er 156 duizend minder dan in 2002. Het gaat hierbij om mensen die van baan veranderen, maar ook om nieuwkomers op de arbeidsmarkt. Vooral vrouwen en jongeren behoorden tot de baanvinders. Sinds 2001 daalt het aandeel baanvinders in de werkzame beroepsbevolking. De slechtere conjunctuur leidt tot minder beweging op de arbeidsmarkt.
Een op de acht werkenden een baan gevonden
In 2003 werkten ruim 900 duizend mensen korter dan een jaar in een baan van tenminste twaalf uur per week. Het gaat in totaal om 13 procent van de werkzame beroepsbevolking. Bijna de helft van deze baanvinders bestond uit baanwisselaars, namelijk 413 duizend mensen. De overigen waren nieuwkomers, die vóór hun huidige baan geen werk hadden.
Baanvinders en baanwisselaars in de werkzame beroepsbevolking
Minder baanwisselaars in 2003
Midden en eind jaren negentig was de arbeidsmarkt gunstig. Het aandeel baanvinders steeg in de periode 1996–1999 van 14 naar 17 procent van de werkzame beroepsbevolking. Daarna stabiliseerde het zich. In 2001 is het aandeel baanvinders weer gedaald. Dit komt doordat de groei van de werkgelegenheid afnam. Zodoende waren er minder banen beschikbaar voor nieuwkomers. Daarnaast heeft de slechtere economische situatie ook tot gevolg dat er minder van baan veranderd wordt. Het aandeel baanwisselaars neemt namelijk ook af sinds 2002.
Aandeel baanvinders naar geslacht
Vrouwen vaker baan gevonden dan mannen
In 2003 was 15 procent van de werkende vrouwen baanvinder. Bij de mannen was dat 12 procent. Het aandeel baanwisselaars is onder mannen en vrouwen nagenoeg gelijk. Vrouwen zijn dus vaker nieuwkomers dan mannen. Dit komt doordat veel vrouwen hun loopbaan tijdelijk onderbreken wanneer ze kinderen krijgen.
Aandeel baanvinders naar leeftijd, 2003
Jongeren het meest mobiel
In 2003 werkte bijna 39 procent van de jongeren korter dan een jaar in hun baan. Dit zijn voornamelijk schoolverlaters en studenten of scholieren die voor het eerst een baan hebben. Tot 35 jaar wordt er ook vaker van baan gewisseld. Op oudere leeftijd verandert men niet vaak meer van baan. Slechts 3 procent van de 45-54-jarigen was in 2003 baanwisselaar, tegenover bijna 9 procent van de 25-34-jarigen.
Sabine Lucassen
Bron: Sociaal-economische trends, 2004 tweede kwartaal (PDF: 450 kB) StatLine