Economie EU-25: groter, meer divers, maar minder rijk
Het Europese product (BBP) van de huidige EU-15 is met de toetreding van de tien nieuwe EU-lidstaten op 1 mei jongstleden met 440 miljard euro toegenomen, tot in totaal 9,6 biljoen euro (referentiejaar 2002). De nieuwe landen dragen maar heel bescheiden bij aan het Europese product. Zij dragen nog geen 5 procent bij aan het BBP van de EU-25.
Duitsland grootste economie
De verdeling van dit Europese product is zeer ongelijk. Duitsland is met een aandeel in het Europese BBP van 22 procent de grootste economie, gevolgd door het Verenigd Koninkrijk (17 procent) en Frankrijk (16 procent).
BBP, 2002
Moderne en traditionele dienstverlening
De economieën van de huidige vijftien EU-landen en de nieuwe toetreders verschillen sterk. De huidige EU-15 heeft een moderne diensteneconomie. Het aandeel van de dienstverlening in het BBP ligt boven de 70 procent. De financiële en zakelijke dienstverlening zoals banken, verzekeraars, uitzendbureaus en zakelijke dienstverleners als computerservice- en reclamebureaus en economische en juridische dienstverleners vormt binnen de dienstensector de grootste fractie. De financiële en zakelijke dienstverlening is in het Europa van de vijftien zelfs de grootste sector (BBP-aandeel 27 procent). Industrie (BBP-aandeel 21 procent), handel en vervoer (21 procent) en overheid en zorg (22 procent) zijn kleiner.
Industrie grootste sector in nieuwe landen
In de tien nieuwe EU-landen is de dienstensector kleiner minder groot (65 procent) en niet bij alle landen ligt het zwaartepunt in de dienstverlening. In vier van de tien toetredende economieën is de industrie de grootste sector, in zes landen is dat de handelssector (inclusief horeca, vervoer, communicatie). Het aandeel van de industrie is er gemiddeld 25 procent, de handelssector draagt 28 procent bij aan het BBP van de tien. De financiële en zakelijke dienstverlening wint er wel terrein.
Productiestructuur, 2002
Nieuwe EU-landen minder rijk
Per hoofd van de bevolking zijn we na toetreding van de tien landen gemiddeld een stuk minder rijk. Het gemiddelde inkomen (BBP per hoofd) in de landen van de nieuwe Europese Unie (EU-25) zakte op 1 mei jongstleden in één klap met bijna 13 procent, van gemiddeld 24,2 duizend euro in de EU-15 naar gemiddeld 21,2 duizend euro in de EU-25 (referentiejaar 2002).
Het gemiddelde BBP per hoofd in de tien nieuwe EU-landen is, na correctie voor koopkrachtverschillen, slechts de helft van het gemiddelde inkomen van de inwoners van de EU-15.
BBP per hoofd, koopkrachtpariteiten, 2002
Hermanus Rietveld en Gert Jan van Steeg