Sterke daling stikstof en fosfaat in dierlijke mest
In 2003 is de hoeveelheid fosfaat in dierlijke mest met ruim 7 procent gedaald ten opzichte van het voorgaande jaar. De hoeveelheid stikstof verminderde met ruim 5 procent. De daling is het gevolg van de inkrimping van de veestapel
Fosfaat in dierlijke mest
Vogelpest en krimpende veestapel
De afname van stikstof en fosfaat is voor ongeveer de helft het gevolg van de vogelpest. Van begin maart tot half mei 2003 zijn bijna 30 miljoen stuks pluimvee geruimd, ongeveer eenderde van het totale aantal.
Ontwikkeling veestapel
De totale hoeveelheid geproduceerde mest kwam uit op 69 miljoen ton. Dit is ruim een kwart minder dan in het ‘topjaar’ 1986. In dat jaar was de rundveestapel nog verantwoordelijk voor 85 procent van de mestproductie. Door een relatief sterke afname van het aantal runderen is dit aandeel gedaald tot 79 procent in 2003.
Sterkste daling in Brabant en Limburg
Door de vogelpest zijn regionale cijfers over de stikstof- en fosfaatproductie in 2003 nog niet beschikbaar. Uit cijfers over 2002 blijkt dat de stikstof- en fosfaatproductie ten opzichte van 2001 het sterkst daalde (10 procent) in Noord-Brabant en Limburg, provincies met relatief veel intensieve veehouderij. Noord-Brabant bleef echter met 314 kg stikstof en 159 kg fosfaat de provincie met de hoogste mineralenproductie per hectare. Dit is zeven keer zoveel als in Zeeland.
Stikstof en fosfaat in dierlijke mest
Het niveau van eind jaren zestig
Over een langere periode (1986-2003) bezien, is de totale hoeveelheid stikstof in dierlijke mest met eenderde verminderd tot 363 miljoen kilogram. De hoeveelheid fosfaat daalde in diezelfde periode bijna 40 procent. Hiermee is de fosfaatproductie in dierlijke mest gedaald van 259 tot 159 miljoen kilogram.
Dit betekent dat de fosfaatproductie terug is op het niveau van eind jaren zestig. Tot 1997 was de daling bij fosfaat sterker dan bij stikstof. De mestwetgeving en opkoopregelingen stimuleerden vanaf 1998 de verdere vermindering van de milieubelasting door dierlijke mest.
Cor van Bruggen
Bron: StatLine: Mest- en mineralenproductie 1994-2002
Voorlopige uitkomsten 2003