Welvaartveranderingen rond gezinsvorming
Paren die eind vorige eeuw ouders werden, gingen er in welvaart veel meer op achteruit dan paren die kinderloos bleven. Gemiddeld gingen paren die tussen 1998 en 2000 hun eerste kind kregen 18 procent in welvaart terug, terwijl de welvaart van kinderloze paren met ruim 1 procent toenam.
De welvaart daalt dus met een vijfde op het moment dat het eerste kind wordt geboren. Dit wordt wel het gezinsdal genoemd. Dit blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Gezinsraad en het CBS.
Verdienerstypen vóór en na geboorte eerste kind
Na geboorte verandert verdeling inkomen tussen partners
In veel huishoudens verandert de inkomensverdeling tussen mannen en vrouwen na de geboorte van het eerste kind. Binnen bijna een kwart van de alleenverdieners kiest de vrouw ervoor om na de geboorte te gaan werken. Van eenderde van de grote anderhalfverdieners gaat één van de partners minder werken. Het meest frequent verandert de inkomensverdeling van partners die voor de geboorte van hun kind evenveel verdienden: in 91 procent van deze huishoudens verandert de partnerverdeling van het inkomen.
Mutatie welvaart bij wijziging van verdienerstype
Daling hangt af van overgang naar ander verdienerstype
Als er geen overgang plaatsvindt naar een ander verdienerstype gaan alleenverdieners er na de geboorte van het kind 13 procent op achteruit. De welvaart van kleine anderhalfverdienershuishouden vermindert met 8 procent. Grote anderhalfverdienershuishouden gaan er 16 procent op achteruit en evenveelverdieners 13 procent.
Alleenverdieners die wel van type veranderen gaan er gemiddeld slechts 4 procent op achteruit, grote anderhalfverdieners en evenveelverdieners beiden 22 procent. Alleen voor de kleine anderhalfverdieners geldt dat degenen die na de geboorte van het kind een andere verdeling kiezen er meer op achteruitgaan (namelijk 10 procent) dan degenen die niet veranderen van verdienerstype.
Erna Hooghiemstra (NGR)