Anticonceptiepil verliest terrein
Tweederde van de Nederlandse vrouwen tussen de 18 en de 45 jaar gebruikte in 2003 een methode om een zwangerschap te voorkomen. Zo’n 8 procent was zwanger of wilde zwanger worden, 8 procent was onvruchtbaar en 17 procent gebruikte om andere redenen geen methode.
Van alle methoden om een zwangerschap tegen te gaan, wordt de pil het meest gebruikt. In 2003 gebruikte zo’n 41 procent van de vrouwen tussen de 18 en de 45 jaar de pil. Vooral onder vrouwen tussen de 20 en de 24 jaar is deze vorm van anticonceptie populair; tweederde van deze groep gebruikte in 2003 de pil.
Vrouwen 18–45 jaar naar geboorteregelende methode, 2003
Minder vrouwen aan de pil
Tussen 1998 en 2003 is het pilgebruik gedaald. Vooral minder vrouwen tussen de 25 en de 34 jaar gebruikten dit anticonceptiemiddel: een daling van 10 procent. Deze daling hangt onder andere samen met de stijging van de leeftijd waarop vrouwen kinderen krijgen. Het aandeel vrouwen van rond de dertig dat in 2003 zwanger was of een kinderwens had, was 5 procentpunt hoger dan in 1998.
Aandeel vrouwen dat zelf of waarvan de partner is gesteriliseerd naar geboortegeneratie, 2003
Sterilisatie op hogere leeftijd
Het aandeel vrouwen dat in de tweede helft van de jaren zestig is geboren en zich heeft laten steriliseren of een gesteriliseerde partner heeft, is kleiner dan het aandeel met dezelfde kenmerken dat in de jaren vijftig of begin jaren zestig is geboren. Dit hangt waarschijnlijk samen met het op latere leeftijd moeder worden.
Aandeel vrouwen dat een geboorteregelende methode gebruikt naar relatievorm, 2003
Bedgenoot of levenspartner
Het hebben van een vaste relatie heeft veel invloed op het toepassen van een geboorteregelende methode. Driekwart van de vrouwen tussen de 18 en de 45 jaar met zo’n relatie gebruikte in 2003 een methode van geboorteregeling. Een op de tien vrouwen met een vaste relatie was zwanger of wilde zwanger worden, 8 procent was onvruchtbaar en 8 procent gebruikte om andere redenen geen methode.
Van de vrouwen in dezelfde leeftijdsgroep die in 2003 geen vaste partner hadden, paste 44 procent een methode toe. Ongeveer 8 procent was onvruchtbaar en bijna de helft gebruikte geen methode.
Arie de Graaf
Bron: StatLine