Steeds meer mensen in stedelijke omgeving
De bebouwing van Nederland blijft toenemen. In 2002 is het aantal mensen dat in een stedelijke omgeving woont verder gestegen. Voor het eerst woonden meer mensen in een stedelijke dan in een landelijke omgeving.
Geleidelijke groei inwoners in stedelijke omgeving
Het aandeel inwoners in een stedelijke omgeving neemt geleidelijk toe. Was het in 1997 nog 39,9 procent, begin 2002 is het gestegen tot 41,5 procent. Het aandeel dat in een landelijke omgeving woont, daalde tussen 1997 en 2002 van 42,8 naar 41,1 procent.
Aandeel inwoners in stedelijke en landelijke omgeving
Grote tegenstellingen tussen provincies
De verstedelijking van de randstad komt goed tot uiting in de provinciale verschillen. Begin 2002 was het aandeel inwoners in een stedelijke omgeving het hoogst in Zuid-Holland en Noord-Holland met respectievelijk 66 en 63 procent. In Utrecht lag het met 48 procent al een stuk lager. Daarentegen woonden in Drenthe, Friesland en Zeeland zo’n zeven van de tien mensen in een landelijke omgeving.
Flevoland veruit de grootste groeier
In Flevoland is de toename van het aantal inwoners in een stedelijke omgeving spectaculair. Het is in vijf jaar tijd met de helft gegroeid, vooral door de uitbreiding van Almere. Daarna volgen Drenthe, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg met een toename variërend van 10 tot 13 procent. Voor heel Nederland was de toename 7 procent.
Toename aantal inwoners naar stedelijkheid
Het aantal inwoners in een landelijke omgeving is in Nederland in vijf jaar met 1,7 procent afgenomen. De afname was het grootst in de provincies Zuid-Holland en Limburg.
Spreiding stedelijkheid
De inwoners in gebieden met een stedelijke omgeving bewonen maar een klein deel van de oppervlakte van Nederland. Gebieden die noch als stedelijk, noch als landelijk te typeren zijn, bevinden zich vaak langs de rand van het stedelijk gebied. Bij verdere uitbreiding van de bebouwing zullen ze snel tot het gebieden met een stedelijke omgeving gaan behoren.
Nederland naar mate van stedelijkheid, 2002
De ligging van de bebouwing verschilt naar regio. In het landelijke gebied is de lintvormige bebouwing waar te nemen van het groene hart, het rivierengebied, de ingedijkte polders en de afgegraven hoogveengronden rond de grens van Drenthe en Groningen. De zandgronden in Gelderland en Overijssel kennen een meer gespreide bebouwing.
Niek van Leeuwen
Bron: StatLine