Minder vrijwilligers, meer informele hulpverleners
In 2002 zijn in totaal zes van de tien personen van 18 jaar en ouder actief geweest als vrijwilliger of als hulpverlener van vrienden, familie of kennissen. Daarmee is de deelname aan vrijwilligerswerk en informele hulpverlening sinds 1997 niet veranderd.
Vrijwilligers en informele hulpverleners
Veel minder jonge vrijwilligers
In 2002 gaf 42 procent van de 18-plussers aan dat ze in het afgelopen jaar als vrijwilliger actief waren. In de periode 1997-2000 was dit nog 45 procent. Zowel bij mannen, van 46 naar 43 procent, als bij vrouwen – van 44 naar 41 procent – is het aandeel vrijwilligers licht gedaald.
Opmerkelijk is de forse vermindering in het aandeel vrijwilligers onder de 18 tot 25-jarigen: van 48 procent in 2000 naar 34 in 2002. Tegelijkertijd zien we dat het aandeel jongeren dat een betaalde bijbaan heeft is toegenomen. Daardoor hebben jongeren minder tijd om vrijwilligerswerk uit te voeren.
Vrijwilligers naar leeftijd, 2002
Meer informele hulpverleners
Tegenover de daling in het vrijwilligerswerk staat een lichte toename van de hulp die niet in organisatorisch verband plaatsvindt: de informele hulp aan vrienden, familie of kennissen. Tot 2000 gaf circa 31 procent dergelijke hulp, in latere jaren 33 tot 35 procent. Vrouwen zijn hierin actiever dan mannen. De meeste hulp, 41 procent, wordt gegeven door de groep van 55 tot 65 jaar. Het minst actief zijn de leeftijdsgroepen van 18 tot 25 jaar, 65 tot 75 jaar (33 procent) en de 75-plussers (22 procent).
Informele hulpverleners naar leeftijd, 2002
Miriam van Baal en Hans Schmeets
Bron: StatLine