Forse krimp in textielindustrie
Tussen 1993 en 2003 zijn het aantal bedrijven en de werkgelegenheid in de textiel- kleding- en leerindustrie fors verminderd. Het economische belang van de branche binnen de gehele industrie is afgenomen, waardoor in 2002 nog 2 procent van de industriële productie afkomstig was uit de textiel-, kleding- en leerindustrie.
Aandeel productie, arbeidsvolume en aantal bedrijven
Minder bedrijven
In de laatste tien jaar is het aantal bedrijven in de textiel-, kleding- en leerindustrie met bijna 800 verminderd. Hiermee is ongeveer een op de vijf bedrijven verdwenen. In 1993 was nog 9,4 procent van de industriële bedrijven actief in deze branche, in 2002 nog 6,7 procent.
Het belang van branche in de industrie als geheel is in tien jaar tijd met grofweg 30 procent verminderd.
Omzetontwikkeling (lopende prijzen), per kwartaal
Economische ontwikkelingen
Binnen de branche hebben vooral de kledingindustrie en de leer- en schoenenindustrie het moeilijk. Zo liet de omzet van de kledingindustrie zelfs in de jaren van hoogconjunctuur (1996-2000) geen groei zien. In deze periode steeg de omzet bij beide andere onderdelen van de branche in ongeveer gelijke mate.
Vanaf 2001 daalt de omzet van kleding-, leer- en schoenenindustrie scherp. De omzet van de textielindustrie blijkt minder gevoelig voor de economische tegenwind. Hiermee is de leer- en schoenenindustrie het meest conjunctuurgevoelig en de textielindustrie het minst.
Exportsaldo per sector
Kleding uit Azië
Steeds meer kleding en schoeisel komt uit Azië, in het bijzonder uit het Verre Oosten. De import van kleding en schoenen ligt in 2002 ongeveer 3 miljard euro hoger dan de export. Hiervan kan per saldo bijna 90 procent worden toegeschreven aan de handel in kleding en schoenen met Aziatische landen. In 1996 was dit nog 74 procent.
Nederland is wel een netto exporteur van textielproducten. Het exportsaldo van textielproducten is tussen 1996 en 2002 verdubbeld tot 1 miljard euro.
Cees Maas
Bron: StatLine