Deeltijdwerk blijft toenemen
In 2002 had 35 procent van de werkzame beroepsbevolking een deeltijdbaan. Dat is anderhalf keer zoveel als tien jaar eerder. Vooral vrouwen werken vaker in deeltijd. In 2002 had van alle werkende vrouwen boven de 35 jaar de helft een grote deeltijdbaan.
Arbeidsduur van mannen en vrouwen
Tweederde werkende vrouwen heeft deeltijdbaan
Tussen 1992 en 2002 is het percentage van de werkzame beroepsbevolking dat in deeltijd werkt toegenomen. Het is gestegen van 24 tot 35 procent. Dit komt met name doordat steeds meer vrouwen een deeltijdbaan hebben. In 1992 had ruim de helft van de werkende vrouwen een deeltijdbaan van 12-34 uur per week. In 2002 was dit toegenomen tot tweederde.
Negen van de tien mannen werken fulltime
De meeste werkende mannen hadden in 2002, net als tien jaar eerder, een voltijdbaan. Bijna negen van de tien werkten in een baan van 35 uur of meer per week. Het aandeel met een grote deeltijdbaan, 20-34 uur per week, steeg tussen 1992 en 2002 van 7 naar 11 procent.
Arbeidsduur van vrouwen naar leeftijd, 2002
Helft vrouwen boven de 35 heeft grote deeltijdbaan
Bijna de helft van de vrouwen die jonger zijn dan 35 jaar werkt in een voltijdbaan. Boven de 35 verandert dit. Dan werkt nog ongeveer een kwart in een voltijdbaan en heeft de helft een grote deeltijdbaan. Het aandeel vrouwen met een kleine deeltijdbaan neemt iets toe met de leeftijd, maar niet zo sterk.
Arbeidsduur van vrouwen naar opleidingsniveau, 2002
Hoogopgeleide vrouwen werken vaker fulltime
Een grote deeltijdbaan is de meest voorkomende baan bij vrouwen. Dit geldt voor alle opleidingsniveaus. De enige uitzondering vormen vrouwen met een wetenschappelijke opleiding. Bijna de helft van hen heeft een voltijdbaan. Ook voor vrouwen met een hbo-opleiding geldt dat zij vaker fulltime werken in vergelijking met de andere opleidingsniveaus.
Ingrid Beckers
Bron: StatLine