Grote doorstroom niet-westerse jongeren naar vervolgonderwijs
Niet-westerse allochtone leerlingen volgen meer dan autochtone leerlingen een vbo- of mavo- opleiding. Anders dan autochtone leerlingen stromen deze niet-westerse allochtone leerlingen vaker door naar een vervolgopleiding.
Meer niet-westerse allochtone leerlingen
In het schooljaar 2001/’02 hebben in Nederland 159 duizend jongeren eindexamen gedaan in het voortgezet onderwijs. Hierbij waren 21 duizend allochtone leerlingen van niet-westerse herkomst, dit is 13,1 procent. Vier jaar geleden was het percentage niet-westerse allochtone leerlingen in het voortgezet onderwijs nog 11,5.
Vaker vbo-onderwijs
Niet-westerse allochtone leerlingen volgen relatief vaak een vbo-opleiding. In het schooljaar 2001/’02 deed 76 procent van de niet-westerse allochtone examenkandidaten een vbo- of mavo-examen. Van de autochtone leerlingen was dit 59 procent.
Eindexamenkandidaten naar herkomstgroepering en schoolsoort, 2001/’02
Steeds hogere slagingspercentages
Het slagingspercentage is de afgelopen vier jaar bij alle schoolsoorten iets toegenomen, zowel van niet-westerse allochtone leerlingen als van autochtone leerlingen. Het slagingspercentage van de niet-westerse allochtone leerlingen is nog wel lager dan dat van autochtonen.
Slagingspercentages naar herkomstgroepering
Grotere doorstroom vervolgonderwijs
Na het behalen van het diploma kiezen de meeste leerlingen direct voor een vervolgopleiding. Voor niet-westerse allochtonen zijn deze doorstroompercentages hoger dan voor autochtonen. Niet-westerse allochtonen die net hun vwo-diploma hebben gehaald, kiezen vaker voor het wetenschappelijk onderwijs dan autochtonen. Ook doen niet-westerse allochtonen na het vbo- of mavo- diploma vaker een vervolgopleiding in de beroepsopleidende leerweg (bol, het vroegere mbo). De autochtonen kiezen wellicht vaker voor de beroepsbegeleidende leerweg of de deeltijd bol.
Suzan van der Aart
Bron: StatLine