Wekelijks vijf keer moord of doodslag
In 2001 zijn in Nederland 265 personen slachtoffer geworden van moord of doodslag. Dat is iets meer dan het gemiddelde in de periode 1997-2001. Zeven van de tien slachtoffers zijn mannen. Relatief veel mannelijke slachtoffers vallen in het weekend.
Relatief veel jonge mannen
In de periode 1997-2001 zijn jaarlijks gemiddeld 232 mensen door moord of doodslag om het leven gekomen. De helft van de slachtoffers is tussen 20 en 40 jaar. Zeven op de tien slachtoffer zijn mannen. Het grootste aantal slachtoffers valt onder mannen tussen 25 en 30 jaar.
Slachtoffers van moord en doodslag naar leeftijd, 1997-2001
Veel slachtoffers in het weekend
In het weekend wordt 45 procent van alle moorden gepleegd. Bij mannen tussen 20 en 30 jaar is dit zelfs 60 procent. Voor mannen is de kans om in het weekend omgebracht te worden anderhalf keer zo groot als in de rest van de week. Bij mannen van 20 tot 30 jaar is deze kans zelfs 2,5 maal zo groot. Bij vrouwelijke slachtoffers bestaat vrijwel geen verschil tussen het weekend en doordeweekse dagen.
Mannen: meestal vuur- of steekwapen
Meer dan vier op de tien mannelijke slachtoffers worden gedood door een vuurwapen. Drie op de tien komen om het leven door een steekwapen. Veel minder mannen worden om het leven gebracht door doodslaan of -schoppen (7 procent), met een slagwapen (5 procent) of door wurging (4 procent).
Slachtoffers van moord en doodslag naar pleegwijze, 1997-2001
Onder vrouwen komt wurging meer voor
Bij vrouwen valt 31 procent van de slachtoffers door een steekwapen. Een dodelijke aanslag met een vuurwapen komt bij vrouwen met 15 procent veel minder voor dan bij mannen. Vrouwen worden daarentegen veel vaker door wurging of verstikking van het leven beroofd (24 procent).
Veel vrouwen slachtoffer in eigen woning
Tweederde van de vrouwen wordt omgebracht in de eigen woning. Een op de tien vrouwen komt om het leven in de woning van een ander en ook een op de tien op straat. Mannen worden vaker op straat omgebracht: 40 procent. Eveneens 40 procent wordt in een woning vermoord. Daarnaast komt een op de tien mannen om in een horecagelegenheid.
Jan Hoogenboezem