Elektriciteitsprijzen industrie convergeren
In de afgelopen tien jaar zijn de elektriciteitsprijzen in dee industrie in Noordwest Europa aanzienlijk dichter bij elkaar komen te liggen.
Deze convergentie is vooral een gevolg van de prijsdaling in Duitsland van bijna 27 procent. In 1993 was in Duitsland de elektriciteitsprijs nog beduidend hoger dan in Nederland, België, Denemarken, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk. De prijs in Denemarken daarentegen, die in 1993 het laagst was van deze landen, is met 36 procent fors gestegen.
Elektriciteitsprijzen in de industrie
Nederland in de middenmoot
De prijzen in Nederland en het Verenigd Koninkrijk fluctueerden in de afgelopen tien jaar. Deze landen vormen de middengroep. De prijs in België is vrij constant gebleven en aan de hoge kant. Voor Frankrijk is een gestage prijsdaling waarneembaar. Sinds 2000 is elektriciteit in Frankrijk zelfs het goedkoopst.
De prijs van het verbruik van 2 miljoen kWh lag in 1993 in de ons omringende landen tussen de 5,1 en de 9,2 eurocent per kWh. In 2001 lag de prijs tussen 5,4 en de 7,4 eurocent per kWh. Nederland behoorde in 2001 tot de middenmoot met een prijs van 7,0 eurocent per kWh.
Overheidsheffingen
De overheidsheffingen vormen een beperkt bestanddeel van de totale elektriciteitsprijs. In 2001 zijn deze heffingen in Denemarken en Nederland met 11 en 9 procent van de totale prijs het hoogst. Frankrijk en België hebben een zeer geringe of geen heffing. Duitsland en het Verenigd Koninkrijk zitten er tussenin met een heffing van rond de 5 procent.
Ruud Luijendijk