Meer niet-westerse allochtonen in het hoger onderwijs
De deelname van niet-westerse allochtonen aan het hoger onderwijs is in de periode 1995/’96 – 2001/’02 sterk gestegen. Onder Turken en Marokkanen verdubbelde het aandeel dat aan hbo of wo studeert, onder Surinamers werd het anderhalf keer zo groot. Het aandeel studerende Antillianen en Arubanen laat een lichte daling zien.
Aandeel hbo-studenten per herkomstgroepering
Niet-westerse allochtonen vaker naar hbo
In 2001/’02 studeerde 19 procent van de autochtonen in de leeftijd van 19-23 jaar voltijd aan een hbo-instelling. Onder niet-westerse allochtonen was dit aandeel 9 procent. Toch is er onder niet-westerse allochtonen sprake van een sterke stijging: in 1995/’96 ging nog maar 5 procent naar het hbo.
Aandeel Turken en Marokkanen verdubbeld
Opvallend is de sterke stijging van het aandeel Turken en Marokkanen dat een hbo-opleiding volgt. Voor beide groepen nam het aandeel onder 19-23-jarigen met 5 procentpunt toe tot ongeveer 8 procent.
Ook Surinamers gaan meer naar het hbo. Van 7 procent in het studiejaar 1995/’96 is hun deelname gestegen naar 12 procent in 2001/’02. Jongeren van Antilliaanse of Arubaanse herkomst laten na een aanvankelijke stijging een daling naar 7 procent zien.
Westerse allochtonen vaak naar wo
Het aandeel autochtonen in de leeftijd van 20-24 jaar dat in het wetenschappelijk onderwijs (wo) studeert was in 2001/’02 ruim 10 procent. Voor de westerse allochtonen ligt dat aandeel met 9 procent maar iets lager. Bij niet-westerse allochtonen blijft dit aandeel achter. Ondanks een toename tussen 1995/’96 en 2001/’02 is het minder dan de helft van dat van autochtonen.
Onder Antillianen en Arubanen minder wo-studenten
Het aandeel Surinamers dat studeert in het wo is gestegen naar 6 procent in 2001/’02. Van de Turkse en Marokkaanse jongeren gaat een veel kleiner deel naar de universiteit. Ook al is er een behoorlijke stijging, toch blijft hun aandeel onder de 3 procent. Het aandeel Antillianen en Arubanen is gedaald van 5 procent in 1995/’96 naar 4 procent in 2001/’02.
Aandeel wo-studenten per herkomstgroepering
Tweede generatie niet westerse allochtone studenten
De groei van het aandeel niet-westerse allochtonen in het hoger onderwijs is grotendeels toe te schrijven aan de tweede generatie. Dit komt doordat een steeds groter deel van de allochtonen tot de tweede generatie behoort. Daarnaast studeert de tweede generatie ongeveer drie keer zo vaak in het hoger onderwijs als de eerste. Hierdoor neemt het totale aandeel van de niet-westerse allochtonen toe.
Esther van Kralingen