Een op de vijf werknemers laagbetaald
Eind 2001 waren er 283 duizend werknemers met een baan waarvoor zij niet meer dan het wettelijk minimumloon betaald kregen. Dit is 4 procent van alle werknemers. Het aandeel laagbetaalde werknemers, met een salaris van hooguit 130 procent van het minimumloon, was met 19 procent aanzienlijk groter. Vooral in de bedrijfstakken horeca en handel zijn veel laagbetaalde werknemers werkzaam.
Groot deel minimumloners is jong
Terwijl maar 17 procent van alle werknemers 24 jaar of jonger was, behoorde 42 procent van de minimumloners tot deze leeftijdscategorie. Vergeleken met de totale groep werknemers zijn minimumloners dus relatief jong. Deze oververtegenwoordiging ontstaat deels doordat jongeren vaker een flexibel dienstverband hebben, bijvoorbeeld als uitzend- of oproepkracht.
Werknemers naar leeftijdsklasse, 2001
Vier van de vijf laagbetaalden in bedrijfsleven
Ruim 70 procent van alle werknemers werkt bij particuliere bedrijven. De rest van de werknemers is ongeveer gelijk verdeeld over de gesubsidieerde sector en de overheid. Van de laagbetaalden was bijna 80 procent in dienst van het bedrijfsleven en maar 4 procent in dienst van de overheid.
Werknemers naar cao-sector, 2001
Bij de minimumloners is het zwaartepunt nog meer opgeschoven naar de particuliere sector. Van de minimumloners werkt maar liefst 90 procent in het bedrijfsleven, 7 procent in de gesubsidieerde sector en 3 procent bij de overheid.
Aandeel laagbetaalde werknemers per bedrijfstak, 2001
Grootste aandeel laagbetaalden in horeca en handel
Er bestaan grote verschillen in het aandeel laagbetaalden per bedrijfstak. In de bedrijfstakken horeca en handel is dit aandeel het grootst. Bijna een op de drie werknemers verdiende daar maximaal 130 procent van het minimumloon. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bedrijfstakken openbaar bestuur, onderwijs en bouwnijverheid, waar minder dan 10 procent van de werknemers tot de groep laagbetaalden behoorde.
Wilmie Weltens