Duurzame energie: binnenlandse productie gering, forse toename import in 2001
In 2001 was 1,3 procent van de Nederlandse energievoorziening afkomstig uit binnenlandse duurzame energiebronnen. De binnenlandse productie van duurzame energie steeg met elf procent ten opzichte van 2000; die van duurzame elektriciteit steeg zelfs met vijftien procent.
In 2020 moet volgens de Rijksoverheid tien procent van de totale Nederlandse energievoorziening afkomstig zijn uit duurzame energiebronnen.
Veel import duurzame elektriciteit
De import van duurzame elektriciteit heeft in 2001 een grote omvang gekregen. Een recente schatting komt uit op ca 7600 GWh (CBS/NOVEM). Daarmee kan ruim vijfendertig procent van de totaal door Nederland geïmporteerde elektriciteit als duurzaam worden aangemerkt. Voor het jaar 2000 werd deze duurzame import nog geraamd op 1500 GWh (CBS/NOVEM). De geconstateerde groei hangt samen met de fiscale aantrekkelijkheid van geïmporteerde duurzame energie. Het kabinet heeft inmiddels plannen aangekondigd om dit te veranderen.
Productie duurzame elektriciteit
Groei binnenlandse productie duurzame elektriciteit
Vergeleken met 2000 steeg de totale binnenlandse productie van duurzame elektriciteit met vijftien procent tot 2963 GWh. Dit is 2,8 procent van het totale finale electriciteitsverbruik.
Deze groei is te danken aan de aanzienlijke toename van het bijstoken van biomassa in kolencentrales. Ook de elektriciteit die wordt opgewekt met zonne-energie is met 70 procent fors gestegen. Maar het aandeel in duurzame elektriciteitsproductie is met 0,4 procent nog altijd zeer bescheiden.
Minder windenergie
De productie van elektriciteit met windenergie is in 2001 met een half procent gedaald ten opzichte van 2000 tot 825 GWh. Het aantal windmolens nam in 2001 weliswaar met 34 toe tot 1330. Maar het merendeel hiervan is tegen het einde van het jaar geplaatst. Deze nieuwe turbines hadden nog geen grote bijdrage in de productie van 2001. De daling van de energieproductie uit windenergie is dan ook goeddeels toe te schrijven aan een laag aanbod van wind. Overigens blijkt uit de eerste cijfers over 2002 dat er dit jaar een record aantal nieuwe turbines is geplaatst.
Vermeden primaire energie door duurzame energie, 2001
Aandeel bio-energie groot
Het gebruik van duurzame energiebronnen vermijdt de inzet van primaire energiedragers, zoals aardgas en steenkool.
In 2001 is door de inzet van alle duurzame energiebronnen tezamen 42 PJ vermeden. Dit is een hoeveelheid energie die overeenkomt met twaalf procent van het aardgasverbruik van de Nederlandse huishoudens. Ruim driekwart van deze hoeveelheid wordt opgewekt met bio-energie.
Henk Verduin (CBS) en Ruud de Bruijne (NOVEM)
Bron: StatLine