Consumptie van huishoudens groeit matig
Na een periode van hoge groei is de toename van de consumptie door huishoudens het laatste half jaar bescheiden. Voor prijsverandering gecorrigeerd zijn deze bestedingen in de eerste helft van dit jaar 1,0 procent hoger dan in dezelfde periode vorig jaar. Dit is gelijk aan de gemiddelde stijging in 2001.
Consumptie door huishoudens
In tegenstelling tot de consumptie door huishoudens neemt de consumptie van de overheid in de eerste helft van 2002 met circa drie procent nog relatief sterk toe. De overheid geeft vooral meer uit aan zorg en onderwijs.
Aan de bestedingenkant van de economie is de consumptie dit jaar het enige lichtpuntje. Zowel de investeringen als de uitvoer liggen namelijk op een lager niveau dan een jaar eerder. Door de groei van de consumptie is de economie in het eerste halfjaar per saldo niet gekrompen.
Lagere groei uitgaven vervoer en communicatie
Bij de uitgaven van huishoudens aan diensten valt de groei voor het derde jaar op rij terug. In het eerste halfjaar is gecorrigeerd voor prijsveranderingen nog 0,9 procent meer aan diensten besteed. Dit is de helft van de toename in 2001. Diensten vormen de grootste consumptiecategorie. Vooral bij vervoer en communicatie ligt het groeitempo van de bestedingen lager.
Bij de goederen trekt de consumptie van voedings- en genotmiddelen juist aan. In 2001 was het volume ongeveer gelijk aan dat een jaar eerder. Na een daling bij de bestedingen aan duurzame goederen in 2001 is er in het eerste halfjaar van 2002 wel weer sprake van volumegroei. Er is door huishoudens vooral meer besteed aan auto’s. Aan kleding, schoenen en meubels is minder besteed dan in de eerste helft van vorig jaar.
Binnenlandse consumptie
Consumptiegroei huishoudens blijft achter
De laatste anderhalf jaar ligt de volumegroei van de consumptie door huishoudens onder die van de werkelijke individuele consumptie. In deze periode zijn vooral de overheidsuitgaven aan medische zorg, welzijn en onderwijs sterk aangetrokken.
In de tweede helft van de jaren negentig was het beeld nog tegengesteld. In deze periode floreerden de bestedingen van huishoudens onder invloed van een gunstige situatie op de arbeidsmarkt, de huizenmarkt en de aandelenbeurzen. Vooral de bestedingen van gezinnen aan duurzame goederen als auto’s, meubels en elektronica en aan vervoers- en communicatiediensten namen toen zeer sterk toe.
Karin van der Ven
Bron: StatLine