Vrouwen vaker bedrijfshoofd boerderij
Boerinnen zijn steeds vaker medebestuurder van een landbouwbedrijf. In 1992 waren er ruim twaalfduizend gezinsbedrijven met ook een vrouw als bedrijfshoofd. In 2001 is dit al opgelopen tot ruim 25 duizend. Hiermee wordt een kwart van alle boerenbedrijven mede bestierd door een vrouw als bedrijfshoofd. In 2001 waren er in ruim 26 duizend vrouwen werkzaam als bedrijfshoofd.
Gezinsbedrijven met boerin
Op ongeveer zestig procent van de gezinsbedrijven in de landbouw werkt de vrouw mee. In 2001 voor het eerst vaker als bedrijfshoofd dan als meewerkende echtgenote.
Man-vrouw maatschap
In de jaren negentig is de meervoudige bedrijfsvoering op landbouwbedrijven sterk toegenomen mede als gevolg van de populariteit van de man-vrouw maatschap. Deze ondernemingsvorm heeft enkele fiscale voordelen ten opzichte van de enkelvoudige bedrijfsvoering. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om de winst te delen. De sterke toename van het aantal man-vrouw maatschappen heeft erin geresulteerd dat het aantal meewerkende echtgenotes flink is geslonken.
Meervoudige bedrijfsvoering op gezinsbedrijven met alleen mannen (vaak vader en zoon) is de laatste jaren flink afgenomen. In 1992 kwam dit op ongeveer achttienduizend bedrijven voor terwijl dit er in 2001 nog geen elfduizend zijn.
Gezinsbedrijven met meervoudige bedrijfsvoering
Vrouwen in de landbouw
Het aantal vrouwen dat werkzaam is in de landbouwsector is met ruwweg 90 duizend personen vrijwel constant gebleven tussen 1992 en 2001. Het vrouwelijk arbeidsvolume betrof in deze periode ongeveer 55 duizend. Het mannelijk arbeidsvolume nam met twintigduizend af.
Arbeidskrachten in de landbouw
Hiermee is van het totaal aantal arbeidskrachten in de landbouw eenderde vrouw. Van deze vrouwen is ongeveer zestig procent afkomstig uit het gezin. In grote lijnen is iets meer dan de helft van deze vrouwen bedrijfshoofd; de rest is meewerkende echtgenote. De overige veertig procent is voor een belangrijk deel part-time werkend en verdient hun geld vooral in de tuinbouw.
Cor Pierik
Bron: StatLine