Per jaar tweehonderdduizend nieuwe ex-en
In Nederland wonen ruim vier miljoen al dan niet gehuwde paren. Per jaar gaan zo'n honderdduizend stellen uit elkaar: ongeveer eenderde door echtscheiding van gehuwden en de rest door relatieverbrekingen van niet-gehuwd samenwonenden. De meeste van deze tweehonderdduizend nieuwe ex-en zijn achter in de twintig.
Kans op relatieverbreking per leeftijd in 2000
Uit en bij elkaar
Over het algemeen geldt dat hoe jonger de samenwonenden zijn, gehuwd of niet- gehuwd, hoe groter de kans is dat ze hun relatie verbreken. Van alle niet-gehuwd samenwonenden van dertig jaar ging in 2000 ongeveer zeven procent uit elkaar. Voor alle gehuwd samenwonenden van die leeftijd was dit minder dan drie procent.
Ruim de helft van de nieuwe ex-en gaat na een relatieverbreking een eigen huishouden voeren. Zo'n vijftien procent van de nieuwe ex-en woont echter binnen een jaar alweer met iemand anders samen. Opvallend is ook dat na een relatieverbreking zeven procent van de ex-samenwoners weer terugkeert naar het ouderlijk huis.
Huishoudensposities per 1-1-2001 na relatieverbreking in 2000
Bijna tweederde verhuist
Een relatieverbreking betekent dat minstens één van beide ex-partners een nieuwe woonruimte moet zoeken. Het blijkt dat bij twintig procent van de paren die uit elkaar zijn gegaan beide partners verhuizen. Dit betekent dat zestig procent van alle ex-samenwoners verhuist na de relatieverbreking. Als er maar één ex-partner verhuist dan is dit bij de gehuwde samenwonenden ongeveer even vaak de man als de vrouw en bij niet-gehuwde samenwonenden iets vaker de vrouw.
Liesbeth Steenhof en Carel Harmsen
Bron: Maandstatistiek van de bevolking, maart 2002