Een op de elf delicten heeft emotionele gevolgen
In 2000 gaf de Nederlandse bevolking op van 4,7 miljoen delicten het slachtoffer te zijn geweest. Het gaat dan onder meer om vandalisme, inbraak, diefstal, mishandeling en seksuele delicten. Ruim eenderde van de slachtoffers gaf aan dat het gebeurde hen nog steeds in meerdere (9 procent) of mindere mate (28 procent) bezighoudt.
Tweederde denkt er niet of zelden aan terug
De meeste delicten hebben geen ernstige emotionele gevolgen voor het slachtoffer. In bijna tweederde van alle gevallen houdt het gebeurde het slachtoffer in het geheel niet bezig. Ongeveer drie op de tien slachtoffers denkt nog wel eens aan wat er gebeurd is. Bij een op de elf zijn de emotionele gevolgen ernstiger: 6 procent denkt nog vaak aan wat er gebeurd is, 2 procent piekert er steeds over en 1 procent zegt dat het gebeurde zijn of haar hele doen en laten beheerst. Dit komt overeen met zo’n 400 duizend slachtoffers van delicten die geleid hebben tot meer ernstige emotionele gevolgen.
Emotionele gevolgen delicten, 2000
Diefstal en geweld hebben vaker emotionele gevolgen
Zulke ernstigere emotionele gevolgen blijken vaker op te treden bij seksuele delicten, mishandeling, zakkenrollerij en inbraak. Bijna één op de zeven slachtoffers van deze delicten geeft aan dat ze er nog vaak aan denken, er steeds over piekeren of dat het hun hele doen en laten beheerst. Bij andere delicten zoals fietsdiefstal, of beschadiging van de auto ligt het aandeel slachtoffers met ernstigere emotionele gevolgen lager.
Ernstigere emotionele gevolgen naar soort delict, 2000
Miranda de Vree
Bron: StatLine