Dagelijks een half uur in de auto
In 2000 verplaatsten inwoners van Nederland zich dagelijks gemiddeld 32 kilometer in het verkeer. Per persoon betekende dat ongeveer een uur reistijd. Meer dan de helft hiervan waren ze onderweg in de auto, als bestuurder of als passagier. Daarnaast fietsten ze ongeveer elf minuten en gebruikten ze ruim zeven minuten het openbaar vervoer. Ook als voetganger waren ze gemiddeld zeven minuten onderweg.
Gemiddelde reisduur naar motief, 2000
Mannen reizen vaker voor hun werk
Mannen brachten twintig procent meer tijd door in het verkeer dan vrouwen. Vergeleken met vrouwen verplaatsten mannen zich vaker van en naar het werk. Hieraan waren mannen twee keer zoveel reistijd kwijt. Ook waren ze ruim vier maal meer tijd kwijt aan zakelijk verkeer. Daarentegen zijn vrouwen langer onderweg naar plaatsen waar ze winkelen of boodschappen doen. Vrouwen besteedden hieraan een kleine tien minuten per dag, tegen mannen zo’n zeven minuten.
Reisduur en stedelijkheid
Inwoners uit de meest verstedelijkte gebieden reizen per dag het langst. In 2000 lag hun reisduur zeven procent boven het gemiddelde. Er bestaat een verband met de vervoerwijze. Naarmate een gebied meer verstedelijkt is, verplaatsen de bewoners zich minder vaak met de auto.
Gemiddelde reisduur naar stedelijkheid, 2000
Bewoners van zeer sterk stedelijke gebieden reisden gemiddeld 27 minuten met de auto, terwijl niet-stedelingen 35 minuten als bestuurder of passagier van een auto onderweg waren. Bewoners van dichtbevolkte streken stappen echter vaker in trein, bus, tram of metro. Zij brachten meer dan drie maal zoveel tijd in het openbaar vervoer door dan bewoners van weinig- of niet stedelijke gebieden.
Hermine Molnár-in ‘t Veld
Bron: StatLine