Bevolkingsteller: 16,1 miljoen op 1 januari 2002
Begin maart 2001 passeerde Nederland de grens van 16 miljoen inwoners. In 2001 groeide de bevolking naar schatting met 116 duizend personen, waardoor de bevolking op 1 januari 2002 uitkomt op 16,1 miljoen. Aangezien de bevolking in 2000 met 123 duizend personen toenam, is de bevolkingsgroei in 2001 verminderd.
Lagere bevolkingsgroei in 2001
De lagere bevolkingsgroei in 2001 is voornamelijk het gevolg van een daling in het aantal geborenen. Met 207 duizend geborenen was 2000 een topjaar. Deze piek is in verband te brengen met de hoogconjunctuur van 1999: bij veel vertrouwen in de economie willen meer paren een kind. Vanaf de tweede helft van 2000 is het consumentenvertrouwen echter gedaald. Het verwachte aantal levendgeborenen voor 2001 komt uit op 202 duizend, een terugval van vierduizend ten opzichte van 2000.
Aantal levendgeborenen
Op basis van de gegevens over 2001 is de bevolkingsprognose voor 2002-2007 aangepast. De bevolking zal naar verwachting de komende vijf jaar met meer dan een half miljoen inwoners groeien. Wel neemt het groeitempo af. Tussen 2001 en 2004 zal de bevolkingsgroei nog meer dan honderdduizend bedragen. Daarna blijft de groei hier licht onder.
Drie oorzaken voor daling groeitempo
Er zijn drie belangrijke oorzaken voor de daling van het groeitempo in de komende jaren. Ten eerste neemt het aantal geborenen af. De meeste kinderen worden geboren uit de generatie vrouwen die in de jaren zeventig geboren is. Deze generatie is kleiner dan de voorgaande generaties. Ten tweede neemt het aantal overledenen toe door de groei van het aantal ouderen. Ten derde stijgt naar verwachting de emigratie, terwijl de immigratie vrijwel gelijk blijft.
Andries de Jong