Steeds meer oudere moeders met thuiswonende kinderen
De meeste vrouwen met één of meerdere thuiswonende kinderen zijn momenteel tussen de 35 en 40 jaar. In de toekomst zullen ook oudere moeders vaak nog kinderen thuis hebben: in 2050 daalt het aantal moeders met één of meer thuiswonende kinderen pas boven de leeftijd van vijftig jaar.
Vrouwen naar leeftijd jongste kind, 2001
Moeder in 2001
Op dit moment heeft het merendeel, zo’n zeventig procent, van de moeders van dertig jaar een jongste kind van nog geen drie jaar oud. Rond de 35 jaar heeft een minderheid van de moeders, circa veertig procent, nog een peuter thuis. Bij bijna eenderde van de 35-jarige moeders is het jongste kind een kleuter en bij eveneens bijna eenderde is het jongste kind in de basisschoolleeftijd.
Rond de veertig jaar bereikt het aantal moeders met één of meerdere thuiswonende kinderen een top. Driekwart van de moeders is dan al uit de jonge kinderen. Bij een kwart van de moeders bezoekt het jongste kind al de middelbare school. Bijna de helft van de moeders rond de 45 jaar heeft een jongste kind tussen de twaalf en zeventien jaar.
Vrouwen van vijftig jaar hebben merendeels een jongste kind dat al achttien jaar of ouder is. Moeders van zestig hebben haast geen thuiswonende kinderen meer.
Vrouwen naar leeftijd jongste kind, 2050
Moeder in 2050
In 2050 zullen er op hogere leeftijden duidelijk meer moeders zijn met de zorg voor kinderen dan in 2001. De verklaring hiervoor ligt in het uitstel van het moederschap in Nederland in de afgelopen decennia. In 1975 waren vrouwen gemiddeld nog 25 jaar bij de geboorte van het eerste kind tegen 29 jaar in 2001.
Voor de toekomst wordt geen verdere uitstel van het moederschap meer verwacht. Het uitstellen van moederschap in de afgelopen decennia zal in de toekomst tot gevolg hebben dat moeders steeds ouder zullen zijn als het laatste kind het huis verlaat.
De verschillen tussen 2001 en 2050 zijn het grootst voor de groep moeders van vijftig jaar. Ongeveer een kwart van die moeders heeft in 2001 een jongste kind van middelbare-schoolleeftijd, tegen de helft in 2050.
Andries de Jong