Duinstruweel hindert tapuit
Sinds 1950 is de oppervlakte struiken in de duinen toegenomen. Daardoor is het aantal struweelvogels dat in de duinen broedt, zoals de nachtegaal en de grasmus ook toegenomen. Het aantal broedvogels van de open duinen, waaronder tapuit, wulp, veldleeuwerik, tureluur en grutto, is daarentegen sinds 1950 verder afgenomen. Deze achteruitgang gaat nog steeds door. De tapuit is de laatste jaren zelfs vrijwel uit de duinen verdwenen. Deze veranderingen in de Nederlandse natuur blijken uit het onlangs verschenen Natuurcompendium.
Toename van nachtegaal en grasmus, 1950=100
Struiken en gras
De achteruitgang van het aantal open-duinvogels is een gevolg van het feit dat de oppervlakte struiken en grassen in de duinen is toegenomen. De struweelvorming is een gevolg van te hoge neerslag van stikstof (luchtverontreiniging) en de achteruitgang van de konijnenpopulatie. Het gevolg is dat deze open-duinvogels minder makkelijk een geschikte broedplaats kunnen vinden.
Afname open-duinvogels, 1950=100
Juist deze soorten van het open duin zijn bedreigde vogelsoorten in Nederland. Het duinbeheer is er dan ook op gericht de duinen door maaien en begrazing open te houden en de vergrassing terug te dringen. Begrazing heeft gunstige effecten op de vegetatiestructuur, maar leidt niet altijd tot herstel van het aantal open-duinvogels.
Lodewijk van Duuren