Trouwen: het liefst op een zomerse vrijdag
In 2000 zijn er 88 duizend huwelijken gesloten. De keuze van de huwelijksdatum blijkt vooral een kwestie van persoonlijke voorkeur te zijn. Overwegingen die een kwart eeuw geleden bepalend waren voor de huwelijksdatum, zoals het vinden van een baan en de beschikbaarheid van een woning, spelen tegenwoordig nog amper een rol.
Een voorkeur voor mei, juni en september
Tegenwoordig bestaat er een voorkeur om te trouwen in de maanden mei, juni en september. Ook begin juli en eind augustus vinden veel huwelijken plaats. Van half juli tot half augustus vinden er aanzienlijk minder huwelijken plaats en ook in de wintermaanden worden relatief weinig huwelijken gesloten.
Huwelijken per maand, 2000
Als we kijken naar de dagen waarop de huwelijken plaatsvinden dan blijkt er een sterke voorkeur te bestaan om te trouwen op een vrijdag: zo’n 45 procent van de huwelijken vindt op een deze dag plaats, wat neerkomt op 750 huwelijken gemiddeld op een vrijdag. In het weekend wordt er weinig getrouwd, slechts één procent van de huwelijksvoltrekkingen vindt op een zondag plaats. Maandag is de minst populaire werkdag om te trouwen.
Huwelijken per dag, 2000
Liever niet op vrijdag de dertiende
Bijzondere data zijn ook populaire dagen om te trouwen. Zo was woensdag 2-2-2000 een populaire trouwdag met vijf keer zoveel huwelijken als op een doorsnee woensdag. Hetzelfde gold voor dinsdag 22-2-2000 met ongeveer twee keer zoveel huwelijken als op de dinsdagen ervoor. Op de schrikkeldag dinsdag 29 februari vonden het afgelopen jaar drie tot vier keer zoveel huwelijken plaats als de twee daarop volgende dinsdagen. Woensdag 31 mei 2000, de dag vóór Hemelvaart, was, gerekend naar het aantal huwelijken (ruim 1200), een echte topdag.
Naast deze populaire trouwdata zijn er ook data waarop mensen liever niet in het huwelijk treden. Een voorbeeld hiervan is vrijdag de dertiende. In 2000 kwam dit één keer voor, namelijk op vrijdag 13 oktober. Op die dag werden ongeveer 550 huwelijken gesloten. Dat is zo’n 300 à 400 minder dan op de vrijdag er voor en die erna.
Carel Harmsen en Suzanne Loozen