Steeds meer zware motoren
Het totale motorfietsenpark is in 2001 toegenomen tot 438 duizend stuks. Opvallend is de verschuiving naar modellen met een cilinderinhoud van meer dan één liter. Qua cilinderinhoud en prijs gaan motoren langzaam maar zeker steeds meer op auto’s lijken. Dat mag worden geconcludeerd uit de gestaag toenemende omvang van het aantal zware motoren, de klasse boven de 1000 cc.
Cilinderinhoud motorfietsen, 1 januari
Grotere cilinderinhoud, zwaardere motoren
In 1986 was de categorie tot en met 250 cc nog goed voor 13,4 procent van het park. Inmiddels is dat percentage fors gedaald tot 7,3 procent in januari 2001. Daarentegen steeg het aandeel van motoren met meer dan één liter inhoud van 5,8 naar 17,2 procent. In 1996 was het aantal zware motoren nog één op zeven, inmiddels is het iets minder dan één op zes. Meer dan driekwart van de motorrijders rijdt rond met een cilinderinhoud die groter is dan 500 cc. Bijna 190 duizend motoren hebben een cilinderinhoud die ligt tussen de 500 en 750 cc, wat neerkomt op 43 procent van het totale park motorfietsen.
Daarboven, in de categorie 751 cc tot en met één liter inhoud, kunnen ruim 71 duizend stuks geteld worden. Het puikje van de motoren wordt gevormd door de klasse boven de 1000 cc. Ruim 75 duizend liefhebbers rijden op zo’n zware motor rond. Er zitten exemplaren onder met een kostprijs die de zestigduizend gulden te boven gaan. Met de verschuiving naar de zware motoren is het aanzien van het motorfietsenpark in vijftien jaar drastisch gewijzigd.
Meeste motoren in Zuid-Holland
Op provinciaal niveau zijn ook de nodige veranderingen opgetreden. Nog steeds heeft Zuid-Holland de meeste motoren: bijna 25 duizend in 1986 en bijna 72 duizend nu. Noord-Brabant heeft nu eveneens 72 duizend stuks maar in 1986 kwam het aantal motoren daar nog niet boven de 20 duizend uit. Opvallend is de stijging in Flevoland. Daar reden in 1986 bijna 60 duizend auto's en maar twaalfhonderd motoren rond. Inmiddels is het aantal personenauto's in deze provincie ruim verdubbeld naar ruim 129 duizend stuks terwijl het aantal motoren verzevenvoudigde naar bijna 8,5 duizend stuks.
Ed. van Gelder