Ouderen blijven langer werken
Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn werkende ouderen hard nodig. De overheid probeert daarom ouderen langer aan het werk te houden. Dit lijkt succes te hebben. De arbeidsdeelname van ouderen neemt de laatste jaren toe. In 2000 werkte de helft van de 55- tot 60-jarigen en 16% van de 60- tot 65-jarigen. Tegen het einde van de jaren tachtig werkte van deze groepen 38 respectievelijk 13%.
Oudere mannen hebben veel vaker een betaalde baan dan oudere vrouwen. In 2000 werkten 55- tot 60-jarige mannen ruim twee keer zo vaak als vrouwen in deze leeftijdsgroep. Van de mannen had 68% een baan van ten minste 12 uur per week, van de vrouwen werkte 31%. In de leeftijdsgroep 60 tot 65 jaar werkten mannen drie keer zo vaak als vrouwen.
Arbeidsdeelname ouderen naar geslacht
De arbeidsdeelname van 55-plussers hangt sterk samen met het opleidingsniveau. Naarmate dat hoger is, neemt de arbeidsdeelname snel toe. In 1999 had 15% van de ongediplomeerde ouderen een betaalde baan, van de ouderen met een universitaire opleiding werkte nog 59%.
Arbeidsdeelname ouderen 55-65 jaar naar onderwijsniveau, 1999
Sabine Lucassen
Bron: CBS, Index juni 2001