"Sell in May" slecht advies
Tussen 1980 en 2000 had een belegger op de Nederlandse aandelenmarkt niet, zoals de overlevering wil, in mei moeten verkopen en in september moeten terugkopen. Om extra rendement te behalen moest hij juist in augustus uitstappen en in oktober terugkomen. Hij had dan gemiddeld jaarlijks 2,6% extra rendement gemaakt ten opzichte van de belegger die zijn aandelen het hele jaar vasthoudt.
In de rendementen op aandelen valt een duidelijk seizoenpatroon waar te nemen. Het rendement van Nederlandse aandelen is gemiddeld het hoogst in maart. Ook mei, waarin volgens de beurswijsheid zou moeten verkocht, behoort tot de best presterende maanden. Met het vallen van de bladeren zakken ook de rendementen. Het totale rendement is negatief in september, terwijl augustus en oktober nog net positief blijven.
Gemiddeld maandrendement op aandelen, 1980-2000
Het bestaan van een seizoenpatroon maakt het mogelijk het beleggingsresultaat te vergroten door op het juiste moment in en uit te stappen. Uit onderzoek van de dagcijfers van de CBS-herbeleggingsindex blijkt dat op lange termijn het rendement gemiddeld een golfbeweging volgt. De top van de golf wordt bereikt op 20 augustus (het uitstapmoment). Daarna treedt een daling op tot op 5 oktober het laagste punt (het instapmoment) wordt bereikt. Vervolgens bouwt de golf weer op.
Gemiddeld cumulatief rendement op aandelen, 1980 - 2000
De belegger die op 20 augustus zijn aandelenportefeuille had geliquideerd en die op 5 oktober weer had teruggekocht, zou op het Damrak over de afgelopen eenentwintig jaar gemiddeld 2,6% per jaar méér rendement hebben behaald dan bij een belegging het gehele jaar door. Bij deze berekening is overigens geen rekening gehouden met transactiekosten en met een eventuele renteopbrengst van de vrijgekomen gelden in de tussenliggende weken.
Beleggers die de theorie ’sell in May and come back in September’ zouden hebben gevolgd, zouden daarentegen een zware pijp hebben gerookt. In vergelijking met een belegger die zijn aandelen vasthoudt, zouden zij op jaarbasis gemiddeld 6,1% rendement zijn misgelopen.
Ook hier geldt echter: ’In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst’.
Gemiddeld jaarrendement op aandelen, 1980 - 2000
Paul van der Beek en Jos van Heiningen
Bron: CBS, historische reeksen met dag cijfers van aandelen en obligaties. Deze reeksen zijn voor analyse beschikbaar via de elektronische databank StatLine Bovendien staan, dagelijks ververst, de cijfers van de laatste 30 beursdagen ter beschikking.