Valutakoersen in 2000
In de eerste tien maanden van 2000 zijn de Amerikaanse dollar en de Japanse yen ten opzichte van de gulden fors in waarde gestegen. Ten opzichte van de gemiddelde dollarprijs in januari van ƒ2,17 lag de wisselkoers in oktober 41 cent hoger, een stijging van 19%. Na oktober vorig jaar heeft de dollar aan kracht verloren. Deze tendens heeft zich ook in de eerste twee weken van dit jaar voortgezet. Op 15 januari van dit jaar kost een dollar ƒ2,34.
De koers van de Japanse yen volgt de ontwikkeling van de dollar vanaf eind 1999 vrijwel op de voet. In oktober bereikte de yen een recordhoogte van ƒ2,38 per 100 yen, 15% meer dan in januari 2000. Inmiddels is de waarde teruggevallen tot onder de twee gulden per medio januari.
Valutakoersen (maandgemiddelden)
Ten opzichte van de dollar wordt de waarde van de euro, waaraan de gulden vastgeklonken zit, voor een belangrijk deel bepaald door het vertrouwen van de financiële wereld in de economieën van de Eurozone en de Verenigde Staten. Hiervoor wordt onder andere gekeken naar verschillen in economische groei.
In 1999 en de eerste helft van 2000 lag de groei in de VS steeds zo'n 2%-punt boven die in het Eurogebied. In het derde kwartaal van vorig jaar vlakte de economische groei in de VS en het Eurogebied af. Het Centraal Planbureau verwacht voor dit jaar in de Europese Unie een groei van 2,8%. Dat ligt zo'n 0,5%-punt onder dat van vorig jaar. Maar de voorspelde stagnatie van de groei in de VS is een stuk groter (van 5,2% in 2000 naar 3,3% in 2001). Daarmee verliest de Amerikaanse economie voor een deel haar grote aantrekkingskracht voor internationale beleggers, wat de vraag naar dollars op de valutamarkt doet afnemen.
Gulden en euro verloren in 2000 ook terrein tegenover een aantal valuta van Europese landen, die niet aan de gemeenschappelijke Europese munt meedoen. De waarde van het Engelse pond, de Zwitserse frank en de Zweedse kroon steeg vorig jaar gemiddeld met zo'n 5%.
Gemiddelde valutakoersen (mutaties t.o.v. voorgaand jaar)
Frans van Ingen Schenau
Bron: CBS; Conjunctuurbericht januari 2001