De kandidaat-lidstaten van de Europese Unie
Op de top in Nice vorige maand zijn de Europese regeringsleiders het eens geworden over een aantal maatregelen om het bestuur van de Europese Unie (EU) effectiever te maken met het oog op uitbreiding. Het statistische bureau van de EU stelt gegevens samen over een groep kandidaat-lidstaten van de EU. Deze groep landen bestaat uit Bulgarije, Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Roemenië, Slovenië, Slowakije, Tsjechië en Turkije.
De waarde van het bruto binnenlands product (de som van alle geproduceerde goederen en diensten) in deze landen is met 525 miljard euro nog geen 7% van het BBP van de huidige lidstaten en bijna net zo groot als het BBP van Spanje. In Nederland bedroeg het BBP verleden jaar 374 miljard euro, ongeveer 5% van het EU-totaal.
De economische groei van de kandidaat-lidstaten was in de periode 1995-1999 gemiddeld per jaar 1,5%-punt groter dan in de EU. Alleen in 1999 lag de groei in de toekomstige lidstaten onder het EU-gemiddelde. In de eerste helft van dit jaar is de volumestijging van het bruto binnenlands product (BBP) in de kandidaat-landen weer 1%-punt hoger dan het EU-gemiddelde.
Economische groei
Het BBP per hoofd van de bevolking is een indicator om de relatieve welvaart tussen landen te vergelijken. Wel moet het BBP nog gecorrigeerd worden voor het verschil in prijsniveau tussen de landen, met de zogenaamde koopkrachtpariteiten. In 1999 is van de kandidaat-lidstaten het BBP per hoofd in Cyprus het hoogst en in Bulgarije het laagst. Voor de kandidaat-landen als totaal is het BBP per hoofd een derde deel van het cijfer voor de EU.
BBP per hoofd van de bevolking 1999, koopkrachtpariteiten
Frans van Ingen Schenau
Bron: CBS, Conjunctuurbericht december 2000