Herstel groei industriële productie zet door

Het herstel van de groei van de industriële productie dat in het tweede kwartaal van vorig jaar inzette, gaat in het begin van dit jaar voort. Het volume van de toegevoegde waarde in de industrie is in het eerste kwartaal van dit jaar 5,5% groter dan in het eerste kwartaal van 1999. Deze stijging is een fractie lager dan in het laatste kwartaal van vorig jaar. De toename is echter groter dan de economische groei (4,7%). Sinds het midden van 1998 tot het laatste kwartaal van vorig jaar was de toename van de industriële productie steeds kleiner dan de groei van het bruto binnenlands product.

Vooral de productie in de chemie en in de voedings- en genotmiddelenindustrie ligt in het eerste kwartaal hoger. Deze bedrijfstakken werden aan het einde van 1998 getroffen door de slechtere exportomstandigheden als gevolg van de terugvallende wereldeconomie. Door het relatief grote aandeel in de industrie als geheel is deze ontwikkeling terug te vinden in het totaal cijfer.

Ook in andere landen had de industrie te kampen met de economische teruggang van de wereldeconomie in 1998 en het begin van 1999. De ontwikkeling in Japan is de laatste twee jaar veel grilliger verlopen dan in twee andere belangrijke economische blokken, de Eurozone en de Verenigde Staten. Gezien het belang van de Aziatische landen voor de uitvoer van Japan hadden de valutacrises in verschillende Aziatische landen voor Japan een veel grotere invloed dan voor de Eurozone en de Verenigde Staten.

Productie industrie (volume; mutatie t.o.v. voorgaand jaar)

Het gemiddelde groeicijfer van de Eurozone verhult de verschillen tussen landen binnen dit blok. In België, Frankrijk en vooral Duitsland lag het gemiddelde groeicijfer in 1999 lager dan in de andere Europese landen. Ook in Finland lagen de groeicijfers in dat jaar veel lager dan in het jaar ervoor, maar daar bleef de groei van de industriële productie vergeleken met andere landen fors. In het eerste kwartaal van 2000 zet het herstel dat eind vorig jaar begon in de meeste landen door.

Van de drie beschouwde blokken zijn de fluctuaties in de industriële productie in de Verenigde Staten het kleinst. De rol van het buitenland is voor de Amerikaanse economie relatief minder belangrijk. Een aanhoudend hoge groei van de binnenlandse consumptie stimuleerde daar de industriële productie.

Martin Mellens

Bron: CBS, Conjunctuurbericht september 2000