Miljoen meer alleenstaanden over 25 jaar
Nederland telt nu ongeveer 2,3 miljoen alleenstaanden. Dat is rond een half miljoen meer dan 10 jaar geleden. Dit aantal zal in de toekomst nog fors groeien. Het totaal aantal alleenstaanden zal tussen nu en 2025 toenemen van ruim 2 naar ruim 3 miljoen.
Het aantal jonge alleenstaanden zal in de komende kwart eeuw min of meer constant blijven. Het aantal middelbare en oudere alleenstaanden zal daarentegen in de toekomst stevig groeien. Middelbare alleenstaanden hebben vaak al een relatie achter de rug terwijl oudere alleenstaanden veelal een partner door sterfte hebben verloren. Nederland wordt hierdoor steeds meer een land van de ‘ex-en’: vroeger een relatie maar nu na keuze of noodgedwongen alleen.
Alleenstaanden, 1990 - 2025
Jonge mannen
Veel jongeren gaan uit het ouderlijk huis eerst alleen wonen. Meestal is dit slechts tijdelijk omdat ze nog geen vriend of vriendin hebben gevonden of omdat ze zich nog niet willen binden. Hierdoor bereikt het aantal alleenstaanden rond leeftijd 25 een piek. Er zijn dan veel meer alleenstaande mannen dan vrouwen. Dit komt voornamelijk doordat vrouwen op jongere leeftijd gaan samenwonen. Bovendien worden er meer jongens dan meisjes geboren (105 op 100) waardoor een gedeelte noodgedwongen geen vriendin zal vinden.
Doordat de meeste jongeren het alleen wonen op een gegeven moment verwisselen voor samenwonen gaat het aantal alleenstaanden dalen. Onder dertigers en veertigers zijn er beduidend meer alleenwonende mannen dan vrouwen. Na het uiteen vallen van relaties en huwelijken vormen vrouwen met de kinderen vaak een eenoudergezin terwijl de mannen alleen komen te staan.
Alleenstaanden, 1999
Oudere vrouwen
Boven de 45 jaar begint het aantal alleenstaande vrouwen weer te stijgen. Binnen veel huwelijken overlijdt de man als eerste. Al jarenlang is het gebruikelijk dat mannen met een wat jongere vrouw trouwen: meestal is de vrouw twee jaar jonger. Bovendien leven vrouwen gewoonlijk langer: de levensverwachting van vrouwen is nu rond 80 jaar tegen 75 jaar voor mannen. Op 75-jarige leeftijd zijn er hierdoor vier keer zoveel alleenstaande vrouwen dan alleenstaande mannen. Vrijwel alle weduwen wonen alleen nadat de echtgenoot is weggevallen. Samenwonen komt haast niet voor en ook hertrouw is vrij zeldzaam. Nog geen 10% van de weduwnaren gaat hertrouwen tegen nog geen 5% van de weduwen.
Pas bij de leeftijd van 80 jaar gaat het aantal alleenstaande vrouwen weer dalen. Dit komt niet alleen doordat de sterfte gaat toeslaan maar ook doordat gebrekkige gezondheid het nodig kan maken de laatste levensjaren in een verpleeg- of bejaardenhuis door te brengen.
Andries de Jong
Bron: CBS, Maandstatistiek van de bevolking