Ongehuwd samenwonen in tien jaar verdubbeld
Vroeger kwam samenwonen vooral voor onder een kleine groep hoogopgeleide, progressieve en niet-religieuze jongeren. Thans is ongehuwd samenleven breed geaccepteerd. Jongeren wonen eerst een tijdje alleen en gaan daarna samenwonen alvorens ze eventueel trouwen. Begin jaren zeventig had van elke tien 20-24 jarigen die gingen trouwen er nog maar één samengewoond. In de jaren negentig was dit rond driekwart. Van de bruiden van 25-29 jaar hebben er nu zelfs negen van de tien samengewoond.
De afgelopen tien jaar verdubbelde het aantal nog ongetrouwde samenwoners. Nu zijn het er 1,3 miljoen en over 25 jaar zullen het er meer dan 2 miljoen zijn.
Niet-gehuwde samenwoners
Het krijgen van kinderen wordt steeds langer uitgesteld. Hierdoor zal niet alleen op jonge leeftijden maar ook op wat hogere leeftijden vaker worden samengewoond. Voor kinderloze stellen is er immers nog geen reden om te trouwen. Bovendien is het taboe om zonder getrouwd te zijn kinderen te krijgen grotendeels verdwenen.
Jongeren hechten een andere waarde aan het samenwonen dan de wat ouderen. Op jonge leeftijd ziet men samenwonen nog vaak als een soort proefhuwelijk. Van deze jongeren verwacht 80% in de toekomst te gaan trouwen.
Op wat oudere leeftijd beschouwt men samenwonen steeds vaker als een volwaardig alternatief voor het huwelijk. Bijna driekwart van de 35- tot 39-jarige samenwonende vrouwen denkt in de toekomst te blijven samenwonen zonder ooit te trouwen.
Toekomstplannen van niet-gehuwde samenwoners
Andries de Jong
Bron: CBS, Maandstatistiek van de Bevolking, juni 2000