Grens 30 miljoen vakanties gepasseerd

In 1999 hebben Nederlanders 11,2 miljoen korte vakanties (maximaal 3 overnachtingen) doorgebracht en 19,3 miljoen lange (minimaal 4 overnachtingen). Bij elkaar ging het om meer dan 30 miljoen vakanties. Ruim de helft daarvan brachten de Nederlanders in eigen land door.

Recordbedrag

Voor het eerst gingen de Nederlanders zo veel op vakantie. Bovendien hebben zij vorig jaar aan korte en lange vakanties samen een recordbedrag besteed: 22,2 miljard gulden. Daarvan heeft 80% betrekking op vakanties naar het buitenland.

Vakanties en vakantie-uitgaven, 1999

Noord-Hollanders spenderen het meest

Per hoofd van de bevolking besteedden de Nederlanders het afgelopen jaar bijna 1 500 gulden aan vakanties. Tussen de provincies zijn er echter grote verschillen. Inwoners van Noord-Holland spendeerden veruit het meest aan hun vakanties: aan lange en korte vakanties bij elkaar gemiddeld 1 913 gulden per persoon. Ook de inwoners van de provincies Utrecht en Zuid-Holland gaven flink wat aan hun vakanties uit. Zij besteedden respectievelijk 1 798 en 1 639 gulden per persoon.

In schril contrast hiermee staan de uitgaven aan vakanties van de Friezen. Met een gemiddelde van 702 gulden per persoon blijven ze ver achter bij de bevolking uit de overige provincies. De inwoners van Flevoland, Zeeland en Limburg zijn evenmin big spenders te noemen. Toch hebben zij, met een gemiddelde van zo’n 1 175 gulden, beduidend meer voor hun vakantie over dan de Friezen.

Uitgaven aan vakanties per hoofd van de bevolking, 1999

Verschillen in vakantiepatroon

Dergelijke tegenstellingen tussen de provincies komen voor een flink deel door grote verschillen in het patroon van de lange vakanties. Zo is vorig jaar slechts 60% van de Friezen er weleens voor een lange vakantie op uit getrokken. Onder Noord-Hollanders was dit 78%. Bovendien gingen de inwoners van Noord-Holland veel vaker voor een tweede of derde keer op pad dan de Friezen.

In vergelijking met de overige provincies zijn de vakantiegangers uit Friesland ook veel in eigen land gebleven. Buitenlandse vakanties ondernamen ze vaak met de auto, waardoor de reiskosten per persoon werden gedrukt.

Noord-Hollanders daarentegen brachten zes van de tien lange vakanties in het buitenland door. Naar verhouding gingen ze drie keer zo vaak met het vliegtuig naar hun vakantiebestemming als de Friezen. Mede daardoor besteedden zij veel meer aan vakanties dan inwoners van de andere provincies.

Theo van Miltenburg

Bron: CBS, Vakanties van Nederlanders 1999