Minder nieuwe woningen door minder bouwende overheid
In de afgelopen vijftien jaar zijn met name de overheid en de woningcorporaties minder gaan bouwen. In 1985 waren deze opdrachtgevers nog goed voor 40% van de totale nieuwbouwmarkt van woningen, in 1999 is dat aandeel teruggelopen tot 22%.
Gereedgekomen woningen naar opdrachtgever
Van de 79 000 woningen die vorig jaar zijn afgebouwd, werden er bijna 49 000 gerealiseerd in opdracht van beleggers, projectontwikkelaars en andere bouwers voor de markt Dat is 8% meer dan in 1985. Voor de overheid en de woningcorporaties werden bijna 18 000 woningen afgebouwd. Daarmee hebben deze opdrachtgevers 56% minder woningen gerealiseerd dan in 1985. Overige opdrachtgevers (vooral particulieren) realiseerden 10% minder woningen dan in 1985.
De afgelopen 15 jaar schommelt het aantal nieuwe woningen van bouwers voor de markt jaarlijks tussen de 45 000 en 55 000. Voor particulieren ligt dit tussen de 15 000 en 18 000 woningen. De overheid laat de laatste jaren echter een aflopende trend zien van 40 000 naar minder dan 20 000 woningen.
Minder huurwoningen
Mede doordat de overheid zich terugtrekt als regelgever binnen de woningmarkt is ook het aantal nieuwe huurwoningen de laatste 15 jaar drastisch afgenomen. In 1985 was nog meer dan de helft van alle nieuwbouwwoningen bestemd voor de verhuur. In 1999 is dit teruggelopen tot minder dan een kwart. Van oudsher zijn juist de woningcorporaties en gemeentelijke woningbedrijven de bouwers van huurwoningen.
Gereedgekomen huur- en koopwoningen
Al in de tachtiger jaren heeft de trend ingezet om meer koop- en minder huurwoningen te bouwen. Bovendien zijn in dezelfde periode veel huurwoningen verkocht aan bewoners. Dit heeft er toe geleid dat de woningvoorraad in Nederland in 2000 nog maar voor 49% uit huurwoningen bestaat. In 1985 was dit aandeel nog 56%.
Boudewijn Luijendijk