Waterschapsheffingen op hoger peil

Waterschappen zorgen voor veilige dijken, een juist waterpeil en soms voor (vaar)wegen. Sinds begin jaren zeventig is daar de zorg voor schoon water bijgekomen. Om de kosten hiervan te dekken, heffen de waterschappen belastingen: de omslagheffingen en de verontreinigingsheffing.

Uit de omslagheffing worden de kosten van de traditionele taken bestreden. De opbrengst van de verontreinigingsheffing is bestemd voor de zorg voor schoon en zuiver water. Beide heffingen stijgen in 2000 met meer dan 7%. Gerekend naar de groei van de belastingopbrengsten staan de waterschappen hiermee op de derde plaats van de overheidsranglijst, achter de provincies en de gemeenten.

Overigens vormen de waterschapslasten nog geen 2% van de totale belastingheffing. Dit jaar betalen burgers en bedrijven ruim 3,3 miljard gulden belasting aan de waterschappen, waarvan 1,2 miljard aan omslagheffing en 2,1 miljard gulden verontreinigingsheffing.

Meer verontreinigingsheffing

De stijging van de verontreinigingsheffing heeft drie oorzaken. In de eerste plaats de nog steeds toenemende vervuiling. De verontreinigingsheffing wordt vastgesteld aan de hand van het aantal vervuilingseenheden dat geloosd wordt. Door betere voorzieningen lozen bedrijven steeds minder vervuild afvalwater. Het aantal vervuilingseenheden van huishoudens groeit daarentegen nog steeds. Per saldo stijgt in 2000 het totaal aantal vervuilingseenheden met bijna 1%.

Ten tweede zorgen de toegenomen kosten per vervuilingseenheid voor tariefsverhogingen van gemiddeld 3%. Ten slotte is de waterzuiveringstaak van de provincie Groningen overgedragen aan waterschappen. Daardoor stijgt de opbrengst van de verontreinigingsheffing en met nog eens 4%. Aan andere overheidslagen dan de waterschappen wordt nu echter geen verontreinigingsheffing meer betaald.

Vervuilingseenheden

0464g1.gif (4050 bytes)

Van kering naar beheersing

Aan het eind van 1993 en aan het begin van 1995 had Nederland te kampen met grote wateroverlast. Met het oog daarop is de beslissing genomen om vóór 2001 ca. 560 kilometer rivierdijk versneld te verbeteren. Tevens werden langs de Maas nieuwe kades aangelegd en werd de bedding van deze rivier versneld uitgediept.

Een gedeelte van de kosten van deze maatregelen kwam voor rekening van de waterschappen. Daardoor vergde zorg voor de waterkering vanaf midden jaren ‘90 een hoger aandeel van de omslagheffing. Aan het eind van de vorige eeuw waren deze projecten grotendeels gerealiseerd en kreeg de waterbeheersingstaak weer meer aandacht.

Steeds meer waterschappen nemen de waterbeheersingstaak van de steden over en ontplooien activiteiten in stedelijk gebied, zoals het opstellen van een stedelijk waterbeheerplan en baggeren. De recente wateroverlast in het westelijk gedeelte van Brabant en het zuidelijk gedeelte van Zuid-Holland heeft het belang van deze taak alleen maar versterkt. De betrokken waterschappen hebben naar aanleiding hiervan maatregelen getroffen. Zo plaatsten zij extra gemalen en (nood)pompen en creëerden zij extra waterberging.

Hierdoor besteden de waterschappen een steeds groter deel van de opbrengst van de omslagheffing aan de zorg voor waterbeheersing. In 2000 is al driekwart van de omslagheffing hiervoor bestemd. Verwacht mag worden dat dit aandeel nog toeneemt. De inrichting van Nederland verandert namelijk (de zogenaamde verharding door verstedelijking), evenals de vraag naar water vanuit de landbouw. De waterschappen moeten daarom maatregelen treffen.

Bestedingen omslagheffing in 2000
(totaal 1,2 mld gld)

0464g2.gif (3749 bytes)

Op wat langere termijn zullen de kosten voor waterbeheer nog verder oplopen. Dan moet een antwoord worden gegeven op ontwikkelingen als de stijging van de zeespiegel, de daling van de bodem en een ander neerslagpatroon.

Fred Arkesteijn