Minder mensen hebben bijstand
In 1995 begon het aantal mensen met een bijstandsuitkering voor het dagelijkse levensonderhoud te dalen. Deze daling zet nog steeds door. Aan het einde van het tweede kwartaal van 1999 ontvingen 377 000 mensen een bijstandsuitkering, tegen 413 000 een jaar daarvoor.
Het aantal vrouwen met een bijstandsuitkering daalt minder snel dan het aantal mannen. Dat komt doordat alleenstaande moeders en oudere alleenstaande vrouwen moeilijker uit de bijstand stromen dan andere groepen.
Van de groep personen met een bijstandsuitkering maken vrouwen daardoor een steeds groter deel uit. Aan het einde van het tweede kwartaal 1998 was 54% van het bijstandsbestand een vrouw. Een jaar later is dit aandeel toegenomen tot 56%.
Een uitkering wordt bovendien toegekend aan huishoudens. Eén persoon wordt daarbij als aanvrager aangemerkt. Bij (echt)paren is dat in veel gevallen de man. Zodoende lijken minder vrouwen afhankelijk van een bijstandsuitkering dan in werkelijkheid het geval is.
Thuiswonenden jonger dan 65 jaar met periodieke algemene bijstand, naar geslacht
De daling van het aantal mensen met een bijstandsuitkering is niet zichtbaar bij personen jonger dan 21 jaar en bij personen van 50 jaar en ouder. Deze groepen bestaan al enige kwartalen uit respectievelijk ongeveer 10 000 en 100 000 personen.
Thuiswonenden jonger dan 65 jaar met periodieke algemene bijstand, naar leeftijd
Ron Pieper
Bron: CBS, Sociaal-Economische Maandstatistiek