Met de auto naar het werk
Meer dan de helft van de werkenden gebruikt de auto om naar het werk te gaan. Het gaat hier alleen om de mensen die dagelijks naar hetzelfde adres gaan om te werken. De fiets komt op de tweede plaats. Ruim een kwart van de mensen fietst naar het werk. Slechts één op de tien werkenden reist met het openbaar vervoer.
Treinreiziger legt meeste kilometers af
Mensen die lopen of fietsen naar hun werk, wonen meestal binnen een straal van 5 kilometer van hun werkadres. Treinreizigers overbruggen met gemiddeld 41 kilometer verreweg de grootste woon-werk afstand. Automobilisten zitten twintig kilometer achter het stuur voor ze de werkdag beginnen.
De gemiddelde reistijd hangt natuurlijk samen met de afstand. Treinreizigers reizen gemiddeld bijna een uur naar het werk. Automobilisten wonen verder van hun werk dan zij die per bus, tram of metro reizen. Toch is de reistijd van automobilisten korter omdat zij geen last van wachttijden hebben en rechtstreeks naar hun werkplek kunnen rijden.
Werkende mannen en vrouwen naar vervoermiddel, 1998
Mannen reizen vaker met de auto
Van de mannen gaat 57% met de auto naar het werk. Vrouwen nemen wat minder vaak de auto. Gemiddeld wonen vrouwen bovendien bijna 5 kilometer dichter bij hun werk dan mannen. Maar ook vrouwen die wat verder van hun werk wonen, gaan vaker met het openbaar vervoer. Dit komt waarschijnlijk doordat mannen vaker een auto tot hun beschikking hebben. Ook hebben mannen vaker een beroep waarbij zij tijdens werktijd een auto nodig hebben.
Hoger opgeleiden kiezen vaker openbaar vervoer
Oudere reizigers kiezen vaker voor de auto dan jongere. Jongeren tot 25 jaar hebben minder vaak een auto tot hun beschikking. Zij fietsen meer naar het werk, of nemen het openbaar vervoer.
Hoger opgeleiden wonen verder van het werk af dan lager opgeleiden. Opvallend is dat hoger opgeleiden vaker voor het openbaar vervoer kiezen, ook als zij net zo ver van het werk wonen als lager opgeleiden. Daarnaast is de fiets bij kleinere afstanden populairder bij de hoog opgeleiden. Zij kiezen kennelijk vaker voor beweging.
Werkenden naar leeftijd en vervoermiddel, 1998
Limburg, Noord-Brabant en Drenthe autoprovincies
Tussen de provincies bestaan flinke verschillen in de wijze van vervoer in het woon-werkverkeer. Limburgers, Brabanders en Drentenaren gaan vaker per auto naar het werk. In Noord- en Zuid-Holland, Flevoland en Utrecht wordt het openbaar vervoer het meest gebruikt. In deze provincies is het netwerk van het openbaar vervoer ook beter ontwikkeld. Daarbij zijn de files er het langst.
In Groningen, Friesland, Overijssel en Zeeland is de fiets populair. De forenzen in Flevoland reizen zo’n 10 kilometer verder dan de gemiddelde Nederlander. Hun reistijd bedraagt een half uur. Veel Flevolanders reizen voor hun werk dagelijks naar Amsterdam. In Friesland woont men met gemiddeld 13 kilometer het dichtst bij het werk.
Ilonka Sinkeldam en Wieneke Groot
Bron: CBS, enquête Beroepsbevolking