Autochtonen en allochtonen in de bijstand
Eind 1997 waren 535 000 mensen van 18 jaar en ouder afhankelijk van een bijstandsuitkering. Omdat een deel van deze uitkeringen aan (echt)paren wordt verstrekt, zijn partners hierin meegerekend. In totaal verstrekten de gemeenten 451 000 periodieke algemene bijstandsuitkeringen, waarvan 83 000 aan paren.
Van de totale Nederlandse bevolking van 18 jaar en ouder was eind 1997 één op de vijfentwintig afhankelijk van een bijstandsuitkering. Bijna 45% van hen waren allochtonen; ongeveer een derde had een niet-westerse etniciteit. Naar verhouding waren veel meer niet-westerse allochtonen van een bijstandsuitkering afhankelijk dan autochtonen of allochtonen met een westerse achtergrond.
Van de niet-westerse allochtonen had ruim één op de vijf een bijstandsuitkering. Surinamers – absoluut gezien de grootste groep niet-westerse allochtonen – zijn iets minder vaak afhankelijk van de bijstand dan Marokkanen of Antillianen/Arubanen.
Afhankelijkheid van de bijstand, ultimo 1997 (personen van 18 jaar en ouder)
Onder tweede generatie-allochtonen is de afhankelijkheid van de bijstand veel geringer dan onder de eerste generatie. Vooral bij niet-westerse allochtonen is het verschil groot. Gaat het in de eerste generatie om bijna één op de vier mensen, in de tweede heeft nog maar één op de elf mensen een bijstandsuitkering. Weliswaar ligt in de tweede generatie de gemiddelde leeftijd lager, maar ook bij een vergelijking van groepen van dezelfde leeftijd is dit verschil zichtbaar.
De autochtone bevolking en de westerse allochtonen boven de 45 jaar zijn minder vaak afhankelijk van de bijstand. Onder de niet-westerse allochtonen daarentegen neemt deze afhankelijkheid met de leeftijd toe. Van de niet-westerse allochtonen van 65 jaar en ouder heeft zelfs 44% een bijstandsuitkering. Dat is eenvoudig te verklaren. Wanneer men namelijk tussen zijn 15e en 65e jaar niet altijd verzekerd is geweest voor de AOW, bestaat er geen recht op een volledige uitkering. Dat komt onder allochtonen veel vaker voor dan onder autochtonen.
Afhankelijkheid van de bijstand naar leeftijd, ultimo 1997 (personen van 18 jaar en ouder)
Vrouwen zijn vaker afhankelijk van de bijstand dan mannen. Dit geldt voor alle groepen. Bij niet-westerse allochtonen is het verschil het grootst.
Turkse en Marokkaanse bijstandsontvangers zijn veelal gehuwd of wonen samen. Slechts een klein deel is alleenstaand ouder. Van de Surinaamse en Antilliaanse/Arubaanse bijstandsontvangers is naar verhouding een groot deel alleenstaand of alleenstaand ouder.
Afhankelijkheid van de bijstand naar leefvorm, ultimo 1997 (personen van 18 jaar en ouder)
Berna Schaafsma-Harteveld
Bron: CBS, Sociaal-economische maandstatistiek 1999/10