250 nieuwe woningen per dag
Het aantal verleende bouwvergunningen geeft inzicht in het aantal woningen wat binnenkort gereed komt. Vanaf het moment dat de vergunning verleend is, duurt het gemiddeld vijf kwartalen totdat de woning wordt opgeleverd. In 1998 zijn er 88 000 vergunningen verleend, 14 000 minder dan in 1997. Dit zou kunnen betekenen dat ook het aantal voltooide woningen de komende periode lager uitkomt. Het aantal bouwvergunningen tot en met juli 1999 neemt echter niet verder af.
Verleende bouwvergunningen en gereedgekomen woningen
Woningvoorraad 6,5 miljoen
In totaal stonden er op 1 januari 1999 in Nederland rond 6,5 miljoen woningen, ongeveer drie keer zo veel als in 1950. De procentuele toename tussen 1950 en 1999 van het aantal woningen in de vier grootste steden blijft achter bij de groei van Nederland. In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag steeg het aantal woningen in die periode met nog geen zeventig procent. In de gemeente Utrecht is het aantal woningen meer dan twee keer zo veel gestegen.
Woningvoorraad, 1 januari
In de tien grootste steden van ons land is de woningvoorraad in de periode 1950-1999 bijna verdubbeld. De gemeentelijke subtoppers zijn veel harder gegroeid dan de vier grootste gemeenten. Vooral Breda, Eindhoven, Tilburg en Nijmegen springen eruit. De woningvoorraad in deze steden is meer dan verdrievoudigd.
De sterkste groei heeft echter buiten de grote steden plaatsgevonden. Tegenover bijna de verdubbeling in de tien grootste steden staat in dezelfde periode meer dan een verdrievoudiging van het aantal woningen in de rest van Nederland.
Wooningvoorraad 10 grootste gemeenten, 1 januari 1999
Bij de interpretatie van deze cijfers moet bovendien rekening worden gehouden met een vertekening. De meeste grote steden zijn betrokken geweest bij gemeentegrenswijzigingen waarbij grond en woningen aan de steden zijn toegevoegd. De feitelijke groei van het aantal woningen in de grote steden is dus nog minder sterk dan uit de cijfers blijkt, terwijl die in de kleinere gemeenten juist sterker is.
Bert Bunschoten