Trage start woningbouw op VINEX-locaties
Tussen 1995 en 1999 is het aantal woningen in Nederland met 5,3% toegenomen. De laatste jaren is het kwantitatieve woningtekort aanzienlijk, namelijk met 30%, gedaald. Bovendien verschuift de nadruk in de woningbouw naar de kwalitatieve aspecten. De jaarlijkse groei neemt daardoor af.
In het kader van de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX) heeft de minister van VROM eind 1993 een aantal uitbreidingslocaties aangewezen. Op deze zogenaamde VINEX-locaties zijn tussen 1994 en 1999 ruim 212 000 woningen gebouwd.
Tot 2005 moeten volgens de plannen 634 800 woningen worden gebouwd. Om dat streefgetal te halen zullen er in de komende jaren nog bijna 423 000 gebouwd moeten worden. Dat betekent voor de komende zes jaar een gemiddelde woningproductie van 70 500 per jaar.
In 1998 zijn op deze VINEX-locaties echter ‘slechts’ 54 000 woningen gerealiseerd. Bovendien zal de nieuwbouw ruim boven het berekende gemiddelde moeten liggen. Er worden ondertussen immers ook woningen gesloopt.
Woningbouw op VINEX-locaties
Stadsgebieden
In de zeven grootste stadsgebieden (zogenaamde BoN-gebieden) is het aantal woningen sinds 1995 met bijna 133 000 gegroeid. Dat is een toename van 5,2%. Deze productie ligt net iets onder het landelijke gemiddelde.
Voor deze stadsgebieden bedraagt de woningbouwtaak 295 220 woningen tot het jaar 2005. Wanneer de nieuwbouw doorgaat in het zelfde tempo als in de laatste vier jaar, zal deze taak wel gehaald worden.
Woningbouw in BoN-gebieden
Glenn Fokké
Bron: VROM/CBS, Woningbehoefte Onderzoek (WBO) 1998