Meer subsidie voor podiumkunsten
Omgerekend komt de bijdrage van de overheid aan gesubsidieerde gezelschappen in 1997 neer op gemiddeld 100 gulden per kaartje. Hierdoor bestond driekwart van de inkomsten van de gezelschappen op het terrein van podiumkunst uit subsidie.
De gezelschappen voor podiumkunst die het rijk subsidieert, ontvangen vaak ook subsidie van andere overheden. De laatste jaren stijgt de totale subsidie aan deze gezelschappen met gemiddeld 7% per jaar. Tussen 1991 en 1994 schommelde dat bedrag tussen de 260 en 270 miljoen gulden, maar in 1997 is dat gestegen tot 326 miljoen.
Subsidie door het rijk aan podiumgezelschappen
De meeste subsidie gaat naar de muziekgezelschappen. Onder deze categorie vallen vooral orkesten en ensembles. Gemiddeld krijgen de 43 theatergezelschappen de minste subsidie, namelijk nog geen twee miljoen gulden per gezelschap.
Bezoek voorstellingen van door het rijk gesubsidieerde gezelschappen
Het bezoek aan de voorstellingen van door het rijk gesubsidieerde gezelschappen fluctueert van jaar op jaar aanzienlijk. Gemiddeld neemt het bezoek met 4% per jaar toe. De 29 muziekgezelschappen trekken gezamenlijk ook het meeste bezoek. De vier opera- en operettegezelschappen blijven als discipline in dit opzicht achter bij de rest. Daardoor is de subsidie bij opera’s en operettes met 231 gulden per kaartje ook een stuk hoger dan het gemiddelde van 100 gulden per bezoeker.
Subsidie per bezoek aan theater of concert (door het rijk gesubsidieerde gezelschappen)
Peter Sevat