Bedrijfsresultaten banken stabiel ondanks Azië-crisis
De banken in Nederland doen het goed. Zowel in 1997 als in 1998 boekten zij een winst van rond de 10 miljard gulden. Desondanks hadden de resultaten van individuele banken wel degelijk te lijden onder de economische crisis in Azië, die eind 1997 inzette.
Bedrijfsresultaten banken (1998: voorlopige cijfers)
Dat gold vooral voor dochters van Aziatische banken die in Nederland zijn gevestigd. Andere banken in Nederland wisten deze invloed echter te compenseren. Wél maakten zij in de tweede helft van 1998 aanzienlijk minder winst dan in de eerste helft van dat jaar.
De rentabiliteit – dat is het netto bedrijfsresultaat als percentage van het gemiddelde groepsvermogen – zal voor 1998 rond de 11% komen te liggen. Daarmee is die wat lager dan het jaar ervoor. Niettemin is de rentabiliteit over de periode 1994 – 1998 zeer stabiel; de uitkomsten voor deze ratio lagen namelijk steeds tussen 9 en 12%.
Deze stabiliteit hangt ermee samen, dat Nederlandse banken hun resultaten voor een belangrijk deel behalen met het kredietbedrijf. De opbrengsten daarvan zijn vrij constant. Het netto bedrijfsresultaat en de rentabiliteit laten zien, dat banken in de afgelopen jaren een zeer gezonde bedrijfstak zijn geweest.
Belangrijkste financieringsinstrument
‘Toevertrouwde middelen’ is de belangrijkste post aan de passiefzijde van de balans. Dat zijn gelden die banken ter beschikking krijgen via de inleg van klanten op spaarrekeningen, deposito’s e.d. Het groeitempo van deze post was in de beschouwde periode vrij gematigd.
Daarmee vergeleken groeiden tussen 1994 en 1998 de middelen die de banken bij andere banken opnamen veel meer, evenals de middelen die zij verkregen via bijvoorbeeld uitgifte van obligaties. Daarom nam weliswaar het relatieve belang van deze financieringsinstrumenten toe, maar werd het aandeel van de toevertrouwde middelen in het balanstotaal juist kleiner.
Componenten vermogen banken (binnenlands bedrijf; 1998 voorlopig cijfer)
Kredietverlening kernactiviteit
Traditioneel gebruiken banken de verkregen middelen voor een groot deel voor het verlenen van kredieten. Omdat het aandeel van de post ‘kredieten’ in het balanstotaal zo groot is, liep de ontwikkeling ervan globaal gesproken parallel met de groei van het balanstotaal.
Kredietverlening door banken (binnenlands bedrijf; 1998 voorlopig cijfer)
Een belangrijke component van de kredieten die zijn verleend aan de private sector, zijn de hypothecaire leningen. Deze deelpost groeide in de hele periode 1994 – 1998 duidelijk sterker dan het totaal van de verstrekte kredieten.
Natuurlijk was de lage hypotheekrente hier debet aan. Niet alleen maakte die het aangaan van een hypothecaire lening aantrekkelijker, zodat meer leningen konden worden afgesloten, maar tevens konden daardoor hogere bedragen worden geleend. Bovendien versoepelden de banken de verstrekkingsvoorwaarden.
Hoewel de obligatieportefeuille van de banken en de aan andere banken verstrekte kredieten sterker toenamen dan de kredietverlening, bleef de post ‘kredieten’ toch met afstand de meest dominante actiefpost op de balans. De structuur van de actiefposten veranderde in de periode 1994 – 1998 dan ook niet opzienbarend.
Feny Pfaff en Hans Wouters
Bron: CBS, Financiële Maandstatistiek