Randverschijnselen
De gemeente Den Haag lijdt aan een scala aan typische grote-stadsproblemen, zo valt te lezen in het voormalige herindelingsplan van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. De bevolking bijvoorbeeld, bestaat voor een steeds groter deel uit lager geschoolden. De arbeidsmarkt daarentegen vraagt steeds meer om personen met een hogere scholing. Voor de vestiging van bedrijven die werk kunnen bieden aan lager geschoolden is nauwelijks ruimte.
Ook voor nieuwe, betaalbare eengezinswoningen is in Den Haag onvoldoende plaats. Jonge middenklasse gezinnen en de hogere en midden-inkomens trekken daarom weg uit de stad en er is een instroom van armere gezinnen.
Deze ontwikkelingen hebben nadelige gevolgen voor het woon-, leef- en werkklimaat in de stad en voor de financiële positie van de gemeente. In mei 1997 heeft de Tweede Kamer daarom de motie-Remkes aangenomen. Volgens deze motie dient Den Haag onder meer versterkt te worden met de bouwlocaties Ypenburg en Leidscheveen. Deze liggen nu grotendeels op het grondgebied van Rijswijk en Leidschendam.
Den Haag zou daarmee ruimte verwerven voor nieuwbouw van woningen en bedrijven. Het herindelingsplan van Gedeputeerde Staten is inmiddels echter van de baan en de motie-Remkes wacht nog steeds op uitvoering.
Centrum: jonger en armer
De buurten in en rond het centrum van Den Haag onderscheiden zich op een aantal punten van de buurten er omheen. In een gebied ongeveer begrensd door het Zuiderpark, de Laan van Meerdervoort, de Laan van Nieuw Oost-Indië en de spoorlijn Amsterdam-Rotterdam ligt het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner duidelijk lager dan in de buurten die dit gebied omringen.
Deze ring van rijkere buurten behoort wel tot de grootstedelijke agglomeratie Den Haag, maar valt voor het zuidelijk en zuidoostelijk deel in de gemeenten Rijswijk en Voorburg.
Gegemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner
Het centrale deel van Den Haag onderscheidt zich niet alleen door de relatief lage bestedingsruimte van zijn inwoners. Deze buurten zijn bovendien naar verhouding jong: in sommige is een kwart van de inwoners beneden de 15 jaar. Daarentegen ligt het percentage inwoners van 65 jaar en ouder er zelden boven de 15. Het besteedbaar inkomen van de inkomensontvangers in centraal Den Haag is gemiddeld het laagst van de hele agglomeratie. Omdat jonge kinderen geen eigen inkomen hebben, zorgt een hoog percentage kinderen ervoor dat de gemiddelde inwoner van het centrum naar verhouding nòg minder te besteden heeft.
Inwoners van 65 jaar en ouder
Buitenrand: ook jong, meer geld
Ook in sommige voorsteden van Den Haag, zoals Leidschendam en Pijnacker, vinden we een laag percentage ouderen en een vrij hoog percentage jongeren. Hier echter gaat deze leeftijdsopbouw gepaard aan een veel hoger besteedbaar inkomen per inkomensontvanger. Dit lijkt overeen te komen met de trek naar buiten, zoals die werd geschetst in het herindelingsplan.
Gezinnen met kinderen
Buurten met veel jonge gezinnen zijn dus te vinden in en rond het centrum van Den Haag en in een ring aan de rand van de agglomeratie. Daartussen ligt een ring van buurten met een wat oudere bevolking. Personen van 65 jaar of ouder vormen in deze buurten vaak een kwart of meer van de inwoners.
Trek naar buiten in twee fasen
In deze ‘tussenring’ om het centrum liggen de buurten met de hoogste gemiddelde inkomens. De huizen zijn er duur, zoals afgeleid kan worden uit de waardebepaling voor de onroerendezaakbelasting. Voor een deel behoren deze buurten tot Den Haag. Daar liggen zij vooral in een strook direct achter de duinen. De ring wordt gesloten door een strook rijkere, oudere buurten in Voorburg en Rijswijk.
WOZ-waarde
De ring met duurdere huizen en oudere, meer vermogende bewoners lijkt te zijn ontstaan door een eerste trek naar buiten. Deze uittocht naar de toenmalige voorsteden trok zich weinig aan van gemeentegrenzen: de ring ligt vrijwel ongebroken rond de centrumbuurten van Den Haag.
De huidige trek naar buiten overschrijdt opnieuw de gemeentegrenzen. Jonge, welvarende gezinnen passeren de ring rond het centrum en vormen aan de grens van de agglomeratie een tweede ring van voorsteden. Ook voor deze buurten geldt, dat de opbouw van de agglomeratie zich niet stoort aan gemeentegrenzen.
Piet van Dosselaar en Pieter Duimelaar