Grote verschillen in BRP per inwoner
In de regio waar Slochteren ligt, wordt het grootste deel van het Nederlandse aardgas gewonnen. Daardoor is het BRP per inwoner in 1997 niet alleen het hoogst van Nederland, maar zelfs één van de hoogste van de Europese Unie. Als we het BRP per inwoner in 1997 voor heel Nederland op 100 stellen, ligt het in deze regio op 153. Dat komt vooral door het aardgas. Wanneer we dat buiten beschouwing laten, blijft de index voor deze regio met 102 nog net boven het gemiddelde voor Nederland.
In de provincie Groningen vinden we ook de regio met het laagste BRP per inwoner. Dat is Oost-Groningen. Daar ligt de index op 63. Oost-Groningen loopt daarmee ruim een derde achter op het Nederlands gemiddelde.
Zeeuws-Vlaanderen met haar chemie en IJmond met haar basismetaalindustrie zijn voorbeelden van regio’s met een zeer kapitaalintensieve gezichtsbepalende industrie. Bovendien is in deze regio’s de bevolking klein. Per hoofd van de bevolking ligt daardoor deze index in Zeeuws-Vlaanderen op 116 en in IJmond op 103.
BRP per hoofd van de bevolking,1997
Indexcijfer per Corop-regio (Nederland =100)
Stedelijke regio’s
Verder scoren vooral de stedelijke regio's hoog. Dat komt voor een groot deel doordat veel mensen in de stedelijke agglomeraties werken, maar er niet wonen. Met hun arbeid vormen zij in deze agglomeraties een BRP, dat vervolgens wordt gerelateerd aan een veel kleiner aantal inwoners.
Zo ligt de toegevoegde waarde per inwoner voor het deel van de regio Amsterdam dat Schiphol omvat, 42% boven het gemiddelde voor Nederland. Op Schiphol immers werken veel mensen die buiten de regio wonen. Iets dergelijks geldt ook voor bijvoorbeeld Rijnmond, met een index van 128.
In typische woongebieden is het BRP per hoofd vaak fors lager. Daar forensen de bewoners immers naar andere regio’s en vormen daar toegevoegde waarde. Vrij veel inwoners van Flevoland werken bijvoorbeeld in Amsterdam en wonen in Almere. Daardoor komt de index voor Flevoland slechts op 70 uit.
Bas de Vet