Vakcentrales krijgen meer leden
Ruim 1,9 miljoen Nederlanders zijn lid van een vakvereniging. De meeste vakverenigingen zijn op hun beurt weer aangesloten bij een vakcentrale. Er zijn drie vakcentrales: de Federatie Nederlandse Vakbeweging (FNV), het Christelijk Nationaal Vakverbond (CNV) en de Vakcentrale Middelbaar en Hoger Personeel (MHP).
De grootste vakcentrale is de FNV. Op 1 januari 1999 waren 1,2 miljoen mensen via een vakvereniging aangesloten bij deze vakcentrale. Het CNV is veel kleiner en volgt de FNV met 358 000 leden. De kleinste is de Vakcentrale MHP met 218 000 leden. Slechts 6% van alle georganiseerden – 118 000 personen – is lid van een vakvereniging die niet bij een vakcentrale aangesloten is.
Leden van vakcentrales (totaal: 1,9 miljoen personen)
Meer vakverenigingen sluiten zich aan
De afgelopen vijf jaar is het ledental van alle drie vakcentrales gestegen. De FNV boekte de grootste winst met 125 000 nieuwe leden. Dat is een stijging van 11%. De kleinste vakcentrale, de MHP, kreeg er 64 000 leden bij. Met 41% was de MHP naar verhouding de sterkste groeier. Het CNV steeg het minste. Deze vakcentrale boekte 20 000 nieuwe leden, een toename van 6%.
De groei van het ledental bij de FNV komt voor bijna de helft doordat vakverenigingen zich bij deze centrale aansloten. Bij de Vakcentrale MHP geldt dat zelfs voor ruim driekwart van de ledenwinst. Bij het CNV deden zich de laatste vijf jaar zich geen belangrijke wijzigingen voor.
Zowel bij de FNV als bij de Vakcentrale MHP was de ledenwinst als gevolg van nieuw aangesloten vakverenigingen veel groter dan het verlies door opheffing c.q. uittreding van vakverenigingen. Door deze wijzigingen steeg het ledental van beide vakcentrales met ruim 50 000.
Ook vakverenigingen winnen leden
Het aantal leden van de FNV en de Vakcentrale MHP steeg de afgelopen vijf jaar ook doordat de reeds aangesloten vakverenigingen meer leden kregen. De groei van het CNV wordt uitsluitend bepaald door die van de aangesloten vakverenigingen.
Deze ledenwinst bij de reeds aangesloten vakverenigingen laat de drie vakcentrales met een bijna gelijk percentage groeien. De FNV en het CNV groeiden daardoor namelijk met 6%, de Vakcentrale MHP met 5%.
Ledenwinst vakcentrales
Rob Kuijpers
Bron: CBS, Statistiek van de Vakbeweging