Provincies worden steeds rijker
De provinciale schuld is in 1997 spectaculair gedaald met ruim 440 miljoen gulden. Dit komt vooral door de overdracht van het waterkwaliteitsbeheer door de provincie Utrecht aan de waterschappen. Met het vrijkomende geld werden onder meer kortlopende leningen afgelost.
Provincies hebben veel geld ondergebracht bij geprivatiseerde elektriciteitbedrijven.
Bovendien bezitten de provincies veel bedrijfsgebouwen, grond-, weg- en waterbouwkundige werken en hebben belangen in rivierdijken en natuurterreinen, welke eigendom zijn van waterschappen, regionale verenigingen en stichtingen.
Vorderingen en schulden, ultimo 1997
Groot eigen vermogen
De provincies ontvangen het meeste geld via uitkeringen van de Rijksoverheid. Ongeveer 20% van hun inkomsten verkrijgen de provincies via heffingen zoals motorrijtuigenbelasting en door beleggingen en dienstverlening. Provincies houden hun lasten en baten structureel in evenwicht. Doordat zij beperkte risico’s lopen is er slechts een geringe behoefte aan een buffer in de vorm van reserves om zich tegen financiële tegenvallers te wapenen.
Toch is het eigen vermogen van de provincies aanzienlijk. Eind 1997 bedroegen deze reserves voor alle provincies tezamen 3,8 miljard gulden. Het eigen vermogen van de provincies is in 1997 met 538 miljoen gulden versterkt. Dit is voor een groot deel het gevolg van een fusie van twee energiebedrijven in Noord-Holland. Deze omzetting ging gepaard met een boekwinst van 385 miljoen gulden.
Rentebesparing
Het eigen vermogen van de provincies dient niet alleen voor het opvangen van risico’s maar wordt ook als financieringsbron gebruikt. Hierdoor hoeft minder geld geleend te worden hetgeen weer scheelt in de betaling van rente. Als provincies geld uit eigen vermogen aanwenden voor uitvoeren van verschillende taken dan berekenen zij hier rente over. Er werd 204 miljoen gulden rente over het eigen vermogen in rekening gebracht.
De rente over het eigen vermogen blijft uiteraard binnen de eigen organisatie. Tegenover de rentelasten staan dus renteopbrengsten over de reserves. Provincies kunnen de renteopbrengsten direct toevoegen aan de reserves of als dekkingsmiddel in de exploitatie opnemen. Van de 204 miljoen gulden rente over de reserves voegden de provincies 40% direct toe aan de reserves en wendden 60% aan in de exploitatie.
Wim de Ruiter
Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek; Financiële Maandstatistiek