Euro verliest terrein aan de dollar
Op 1 januari van dit jaar is de euro ingevoerd. Dit heeft de nodige inspanningen met zich meegebracht voor de financiële wereld. Maandag 4 januari mocht er natuurlijk niets mis gaan, en moesten alle eurosystemen zonder haperen werken.
De beurs noteert vanaf deze dag alle koersen in euro’s. Banken laten op de afschriften aan hun klanten zowel bedragen in guldens als in euro’s zien. Ook de Belastingdienst en het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn flink bezig geweest om ervoor te zorgen dat de aangiftes ook in euro’s kunnen worden gedaan.
Al met al lijkt de invoering van de euro goed te zijn verlopen. Er zijn geen grote rampen aan het licht gekomen. Een goed begin dus.
Waarde 1 euro
Waarde euro gedaald
In de eerste maanden na de invoering is de waarde van de euro teruggevallen. Begin dit jaar was één euro $1,17 waard. Op 30 maart werd de tot nu toe de laagste stand bereikt van $1,07. Daarna heeft de euro zich iets hersteld. Medio april lag de koers op $1,08, dat is een daling van bijna 8% vergeleken met de eerste week van 1999.
De belangrijkste verklaring voor de waardedaling ligt in de uiteenlopende economische ontwikkeling in de eurozone en in de Verenigde Staten. De Amerikaanse economie kent een hogere groei en een snellere daling van de werkloosheid dan de Europese. Voor de eurozone zijn de groeiverwachtingen over 1999 de afgelopen maanden bijgesteld van een kleine 3% naar 2%.
Economische groei
Renteverlaging door ECB
Een tweede oorzaak voor de waardedaling van de euro is de druk vanuit de politiek op de Europese Centrale Bank, de ECB, om de rente te verlagen. Vooral de Duitse ex-minister van Financiën heeft hierom op een nogal indringende manier gevraagd.
Dit heeft voor onrust gezorgd op de financiële markten. Daar is men namelijk niet gediend van welke invloed dan ook vanuit de politiek op de ECB. Monetaire politiek dient in de eerste plaats gericht te zijn op prijsstabiliteit. Het stimuleren van de economie of het terugdringen van de werkloosheid is geen hoofdtaak van de ECB.
Deze taakopvatting is ferm naar voren gebracht door onder andere de directeur van de ECB, en door de centrale bankiers uit Duitsland en Frankrijk. Blijkbaar is dit toch onvoldoende geweest om de financiële markten gerust te stellen. Want na het opstappen van de Duitse minister van Financiën reageerden diverse beurzen direct.
De opluchting zorgde voor hogere koersen op de Europese aandelenbeurzen, vooral in Duitsland zelf. Maar ook de euro profiteerde, en steeg 2% ten opzichte van de dollar. Het vertrek van de Duitse minister opende mede de weg voor een renteaanpassing . Op 1 april verlaagde de ECB de herfinancieringrente met 0,5%-punt naar 2,5%.
John Gebraad
Bron: CBS, Financiële maandstatistiek