Werkende jongeren verdienen 1,5 miljard per maand

Werkende meisjes verdienen per maand gemiddeld circa 1440 gulden, jongens 1770. Dit verschil komt vooral, doordat jongens beduidend meer in voltijdbanen werken dan meisjes.

Eind 1997 verdienen jongeren gemiddeld 16,63 gulden bruto per uur. De hoogste uurlonen – meer dan 19 gulden – worden betaald in de bouwnijverheid en de gezondheids- en welzijnszorg. In de handel is het gemiddelde uurloon voor jongeren het laagst: 14,45 gulden.

Gulden per uur meer

Jongens verdienen gemiddeld bijna één gulden per uur meer dan meisjes. Van de zes bedrijfstakken waar veel jongeren werken, is de gezondheids- en welzijnszorg de enige waar meisjes gemiddeld een hoger uurloon verdienen.

Uurlonen van werknemers jonger dan 25 jaar per bedrijfstak, december 1997

Uurlonen van werknemers jonger dan 25 jaar per bedrijfstak, december 1997
Tussen hoog- en laagopgeleide jongeren is het verschil in uurloon het grootst in de gezondheids- en welzijnszorg. De verschillen zijn het kleinst in de industrie en de horeca.

Het uurloon wordt onder meer bepaald door de schaarste op de arbeidsmarkt en het niveau van de functie. Een ander bepalend element is het opleidingsniveau. Hoog opgeleiden verdienen in elke bedrijfstak meer dan laag opgeleiden. Ook is het voor de beloning van belang of de baan past bij het opleidingsniveau.

Het loon van jongeren loopt op naarmate zij ouder worden, meer uren per week werken en hoger opgeleid raken. Daarom verdienen 15- en 16 jarigen met kleine baantjes gemiddeld nog geen 200 gulden bruto per maand en 24-jarigen met een voltijdbaan gemiddeld ruim 3000 gulden bruto.

Minimumloon

De wet op het minimum(jeugd)loon heeft grote invloed: tot 23 jarige leeftijd geldt voor elk jaar een hoger beloningsniveau. Gemiddeld verdienen jongeren met een diploma mbo, havo/vwo, hbo of universiteit per uur 15% meer dan jongeren zonder diploma of met ten hoogste een diploma vbo/mavo.

Als we rekening houden met de hogere leeftijd van hoogopgeleide jongeren en het verschil in banen tussen jongens en meisjes, dan blijft van dit verschil nog 3% overeind.

Truus Ruijs

Voor meer informatie: CBS: Jeugd, feiten en cijfers 1999