Levendgeborenen en bevolkingsaanwas

Het aantal geboorten is in 1998 sterk toegenomen, mede als gevolg van de gunstige economische ontwikkeling in ons land. De geboorte ligt momenteel weer op ongeveer hetzelfde niveau als in de jaren 1990-1991, namelijk bijna 200 duizend. Tot en met 1972 werden jaarlijks veel meer dan 200 duizend kinderen geboren.

Levendgeborenen

Levendgeborenen
In 1998 was ruim 20% van de levendgeborenen buitenechtelijk. Niet eerder was dit aandeel zo hoog.

Antilliaanse en Arubaanse vrouwen kregen dat jaar bijna twee keer zo vaak een kind buiten als binnen huwelijksverband. Ongeveer de helft van de geboorten uit vrouwen die in Suriname zijn geboren, was buitenechtelijk.

Aandeel buitenechtelijk levendgeborenen naar geboorteland moeder (als percentage van totaal aantal levendgeborenen)

Aandeel buitenechtelijk levendgeborenen naar geboorteland moeder (als percentage van totaal aantal levendgeborenen)
Bijna 80% van de bevolkingsgroei sinds 1960 komt voor rekening van de natuurlijke aanwas (geboorte minus sterfte). De laatste jaren is dit percentage sterk gedaald tot circa 60. Volgens de nieuwe bevolkingsprognose zal in 2020, vooral door de voortdurende toeneming van het aantal sterfgevallen, nog maar 30% van de groei uit natuurlijke aanwas bestaan.

Natuurlijke aanwas als percentage van de bevolkingsgroei

Natuurlijke aanwas als percentage van de bevolkingsgroei
Het aantal pasgeborenen met een moeder jonger dan 20 jaar is sinds het begin van de jaren zeventig

sterk afgenomen. Deze afname komt volledig voor rekening van de echtelijke geboorten. Sinds 1995 is het aantal buitenechtelijk geborenen uit tienermoeders groter dan het aantal echtelijk geborenen.

Levendgeborenen uit vrouwen jonger dan 20 jaar
Levendgeborenen uit vrouwen jonger dan 20 jaar