Forse groei consumptief krediet
Eind 1998 hadden particulieren een schuld van 27,6 miljard gulden aan consumptief krediet. Dit is 8,7% meer dan een jaar eerder. Sinds 1991 is een dergelijke groei van het uitstaande krediet voor auto’s, woninginrichting en dergelijke niet meer voorgekomen. Per huishouden is de gemiddelde schuld ruim 4 100 gulden.
Deze groei van het consumptieve krediet hangt samen met de sterke groei van de bestedingen aan duurzame consumptiegoederen. In 1998 is hier 9% meer aan besteed dan in het jaar daarvoor. Ook het positieve consumentenvertrouwen speelt een belangrijke rol. De index voor koopbereidheid stond in 1998 gemiddeld op +18, tegen gemiddeld +12 in 1997. Ten slotte heeft ook de lage rente een stimulerende invloed op de groei van het consumptieve krediet gehad.
Lage rente maakt lenen aantrekkelijker
De dalende rente op de kapitaalmarkt heeft consumptief krediet goedkoper gemaakt. De consument betaalde in 1998 een bedrag van 2,6 miljard gulden aan rente en kosten. Dit is 9,7% van de gemiddeld uitstaande schuld. Dit percentage is nog nooit zo laag geweest. In 1991 betaalden kredietnemers 2,4 miljard gulden aan rente en kosten. Dat komt neer op 15% van de gemiddelde uitstaande schuld in dat jaar.
Gemiddelde rente op doorlopend krediet
Behoefte aan flexibel krediet blijft toenemen
Het aandeel van doorlopend krediet in de kredietverstrekking blijft toenemen. In 1998 was bijna 82% van het nieuw verstrekte consumptief krediet een vorm van doorlopend krediet. In 1990 was dit nog maar ongeveer de helft.
Doorlopend krediet werd in 1970 als nieuwe leenvorm op de markt gebracht. De ontwikkeling bij deze kredietvorm wijst op een nog steeds groeiende behoefte bij de consument aan flexibele leenvormen. De populariteit van deze leenvormen is met name te danken aan het feit dat de kredietnemer afgeloste bedragen weer kan opnemen.
Ook het bij creditcard organisaties uitstaande krediet nam fors toe, namelijk met 15% tot 1,1 miljard gulden.
Verstrekt consumptief krediet
Roodstand fors toegenomen
Consumenten maken ook steeds meer gebruik van de mogelijkheid rood te staan op hun betaalrekening. In 1998 is de totale roodstand met 24% toegenomen tot 9,5 miljard gulden. Het gemiddeld bedrag dat een huishouden eind 1998 op de betaalrekening rood staat is ruim 1 400 gulden. Eind 1997 was dit 1 150 gulden. Deze forse groei wijst eveneens op een stijgende behoefte aan kort flexibel krediet.
Ron Storm
Bron: CBS, Financiële Maandstatistiek